17
2e afd.
27 januari 1961.
OVEREENKOMST GASLEVERING AAN BENNEBROEK.
Aan de Raad,
Op 11 januari 1959 expireerde de tussen de gemeenten Heemstede en
Bennebroek gesloten overeenkomst tot levering van gas door de eerste aan
de tweede gemeente. Deze overeenkomst trad op 11 januari 1909 in wer-
king en zij werd in 1939 en 1949 telkens voor 10 jaren verlengd. Toen op-
nieuw verlenging aan de orde kwam hebben wij ons tot burgemeester en
wethouders van Bennebroek gewend met de mededeling, dat wij bereid
waren opnieuw een voorstel tot verlenging der overeenkomst aan de raad
onzer gemeente te doen, doch dat wij het op prijs stelden de overeenkomst
aan te vullen met een bepaling als welke nu in artikel 4 in nevensgaande
ontwerp-overeenkomst is opgenomen.
Kort tevoren was n.l. de Zwarteweg te Bennebroek van een gesloten
wegdek voorzien, waardoor het gasbedrijf onzer gemeente zich genoopt
zag de gasleidingen over te brengen van de rijweg naar het trottoir,
waarmede een niet onbelangrijk bedrag gemoeid was.
Wij achtten het niet meer dan billijk, dat de gemeente Bennebroek voor
het vervolg dergelijke kosten, voortvloeiende uit besluiten van het bestuur
dier gemeente, voor de helft zou dragen.
Burgemeester en wethouders van Bennebroek verzetten zich tegen op-
neming dezer bepaling. Na een bespreking dezer aangelegenheid met ver-
tegenwoordigers van het gemeentebestuur van Bennebroek, welke niet tot
overeenstemming leidde, hebben wij aan genoemd college bericht, dat in-
dien niet op de hierboven aangegeven wijze in deze kosten zou worden bij-
gedragen op andere wijze compensatie zou moeten worden gevonden voor
de extra-kosten aan de gaslevering in Bennebroek verbonden en wel door
verhoging van de gasprijs voor de aldaar wonende verbruikers met 1 cent
per m3.
Ook in dit voorstel wensten burgemeester en wethouders van Benne-
broek niet te treden.
Toen ons uit de gevoerde correspondentie inmiddels was gebleken, dat het
college geen positieve bijdrage wenste te leveren tot de sluiting van een
nieuwe overeenkomst inzake de gaslevering met inachtneming van een
behoorlijke afweging van de belangen der beide contracterende partijen
hebben wij ons genoodzaakt gezien de gasprijs voor de inwoners van Ben-
nebroek met één cent per m3 te verhogen. Wij achtten ons hiertoe gerech-
tigd, omdat op dat moment geen overeenkomst met betrekking tot de
gaslevering meer bestond.
Nadat opnieuw een bespreking van de kwestie tussen het college van
burgemeester en wethouders van Bennebroek en ons college had plaats
gevonden, waarin geen overeenstemming werd bereikt, volgde nog een
briefwisseling tussen onze beide colleges. Een en ander werd reeds bij
monde van de burgemeester uiteengezet in Uw vergadering van 25 augus-
tus 1960.
Tenslotte heeft het Bennebroekse college zich tot de Minister van Bin-
nenlandse Zaken gewend met het verzoek de gasprijsverhoging in Ben-
nebroek ongedaan te maken. Naar aanleiding van dit verzoek is een
interventie van de zljde van het provinciaal bestuur van Noordholland
gevolgd, welke burgemeester en wethouders van Bennebroek er toe ge-
bracht heeft onze aanvankelijke voorwaarde voor een voortzetting der
overeenkomst te aanvaarden.
Wij hopen, dat hiermede aan een ongelukkige episode in de betrekkin-
gen tussen de beide nabuurgemeenten een einde is gekomen en stellen U
voor een nieuwe overeenkomst met de gemeente Bennebroek te sluiten.
Voor een verlenging der oude overeênkomst van 11 januari 1959 af achten
wij thans geen termen meer aanwezig.