2e Afci' 23 februari 1961. j Artikei 5. Indien geldneemster het aan rente of aflossing verschuldigde niet op tiid en overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 zal hebben voldaan zal zii aan geldgeefster betalen, als boete, een bedrag gelijk aan vijf ten honderd Per jaar van het achterstallige bedrag over de tijd der nalatigheid. Artikel 6. Het onafgeloste deel van het bedrag der lening is, met de rente en de kosten, onmiddellijk opeisbaar, bij niet-nakoming door geldneemster van een of meer der in deze akte vermelde bepalingen of aangegane verbinte- mssen, tenzij geldneemster na door geldgeefster aan haar verplichtingen te zgn hermnerd, alsnog binnen veertien dagen na ontvangst dier herinnering het verschuldigde, vermeerderd met de boete voldoet en/of haar overigi verplichtingen alsnog nakomt. Geldneemster zal in gebreke zijn door het enkele feit van het voorvallen van het m het vorig lid bedoelde geval van onmiddellijke opeisbaarheid alsof zij bij bevel of andere soortgelijke akte ware in gebreke gesteld! Artikel 7. De belastingen, welke van rente der lening geheven mochten worden komen ten laste van geldneemster. Artikel 8. Alle kosten en rechten van deze akte, van de schuldbekentenissen en van de maatregelen, welke geldgeefster mocht nemen tot behoud of ter uitoefening harer uit deze overeenkomst voortvloeiende rechten ziin voor rekemng van geldrpeemster. Gedaan ter openbare raadsvergadering van 23 februari 1961. De secretaris, De V00rzitter, n te in te g of ter ver-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1961 | | pagina 35