f
■19
j
25 mei 1961
211
van Wijk de eerste zijn om die lantaarn achteruit te laten zetten.
Over het andere punt heeft spreker juist vandaag het advies van de
hoofdinspecteur van politie ontvangen. De toestand daar is meerdere da-
gen opgenomen. Hij meent, dat een parkeerverbod daar niet op zijn plaats
zou zijn. Als men daar een auto parkeert, doet men dat tussen de bomen,
zodat men er nog wel langs kan zonder zich op de rijweg te behoeven te
begeven.
De heer Zegwaart zegt, niet op een parkeerverbod te hebben aangedron-
gen. Hij zou gaarne zien, dat zij die daar veelvuldig auto's e.d. plaatsen,
dit zodanig doen, dat er gelegenheid blijft om te passeren.
De voorzitter: „Dat schijnt tot nu toe altijd het geval te zijn geweest."
Brug over de Blekersvaart.
Afbreken onbewoonde woning.
De heer Zegwaart zegt, dat de brug over de Blekersvaart achter het
vroegere noodpostkantoor ontoegankelijk is gemaakt door een prikkel-
draadversperring. Daar staat een bord bij met het opschrift: „Hier achter
het ijzeren gordijn, dat is net iets voor A.H." Spreker neemt aan, dat men
daar niet Adolf Hitler mee bedoelt, maar een firma die ons het leven goed-
koper maakt. Dégene die aan de overkant hiervan woont, heeft spreker
gevraagd of hij weet wie hier opdracht voor heeft gegeven. Dat vraagt
spreker zich ook af. Die inwoner heeft bovendien naast zijn huis een ver-
schrikkelijke bouwval waar spreker al meer de aandacht voor heeft ge-
vraagd. Dat cavalje ontsiert de gemeente. Daarin huizen ratten en muizen.
De jongens zijn nu zover, dat ze naast de stijl van de voordeur een gat
hebben gepeuterd waar ze met 2 man tegelijk gemakkelijk door kunnen
kruipen. Dat gaat natuurlijk verder. Vandaag of morgen stort het cavalje
in. Burgemeester en wethouders zeggen misschien, dat dit dus weer een
zaak is die zichzelf oplost, maar spreker vindt het voor de omwonenden
daar toch wel een verschrikkelijke toestand. Spreker zou graag zien, dat
burgemeester en wethouders aan die toestand ernstig aandacht schenken.
De voorzitter antwoordt, dat burgemeester en wethouders opdracht heb-
ben gegeven om die brug wegens bouwvalligheid ontoegankelijk te maken.
De wijze waarop dit is gebeurd heeft in genen dele de goedkeuring van het
college. Dit had wel op een andere manier kunnen worden opgelost.
Van die bouwval hebben burgemeester en wethouders zich geen reken-
schap gegeven. Het lijkt spreker aangewezen, dat er door het college stap-
pen worden ondernomen om te bewerken, dat die bouwval wordt afgebro-
ken. Dat zal dus nader onderzocht worden.
Muntmeters.
De heer Zegwaart wil gaarne iets zeggen over de opheffing van de
muntinstallaties. In de vergadering van de commissie van de bedrijven, ge-
houden vöör de laatste raadsvergadering, heeft spreker daarover al zijn
bezwaren naar voren gebracht. Spreker heeft toen min of meer genoegen
genomen met eeh toezegging die werd gedaan, maar nu hem blijkt, dat
deze toezegging ook niet wordt nagekomen en omdat hij van oordeel is,
dat hier iets gebeurt hetgeen niet door een raadsbesluit wordt gedekt, voelt
hij zich gedwongen er thans bij de rondvraag op terug te komen.
Sprekers vraag is dus: hoever staat het met de opruiming van de munt-
gasinstallaties. Als spreker de stukken die hierover bij de begrotingsbehan-
deling gewisseld zijn nakijkt en men zou de notulen van de commissie van
de bedrijven er op naslaan, dan kan hij tot geen andere conclusie komen,
dan dat er uitsluitend gesproken is over het opheffen van de muntpas-
