214
25 mei 1961
Punt twee is, op welke wijze dat zou gebeuren. Inderdaad is toen toe-
gezegd, dat een soepele behandeling, een uitsterfsysteem zou worden toe-
gepast, speciaal in die gevallen dat men op deze muntinstallaties gesteld
zou zijn. Spreker heeft niet geweten, dat muntinstallaties konden worden
omgebouwd tot gewone meters. Achteraf is dat technisch mogelijk geble-
ken. Het is helemaal niet in strijd met de geest van de gedane toezegging
om een muntinstallatie om te bouwen tot een gewone installatie.
Spreker heeft aan de bedrijven opdracht gegeven, dat geen omzetting
van de muntinstallatie mag plaats vinden als men zulks niet wenst, een
en ander krachtens de toezeggingen die zijn gedaan en die weliswaar niet
in het raadsbesluit zijn vervat maar tot de omlijsting daarvan behoren en
dat men in zulke gevallen moet wachten tot de muntmeter versleten is of
totdat men tot betere gedachten komt. Spreker heeft ook opdracht gegeven
om niet naar die adressen te gaan waar moeilijkheden met betrekking tot
de betalingen zijn te voorzien, hoewel het altijd heei moeilijk is te bepalen,
welke gevallen dat zouden zijn. Spreker zijn geen gevallen bekend waarin
men de muntinstallatie wenste te behouden en waarin men nochtans heeft
gezegd dat dit niet langer ging. Spreker zal uiteraard onderzoeken of er
toch nog gevalien zijn geweest en als dat zo mocht zijn zal hij opdracht
geven om daar weer een muntinstallatie te plaatsen.
De heer Zegwaart vindt het jammer, dat hij de heer van Wijk min of
meer voor een fait accompli moest stellen, want hij had er graag te voren
even met hem over gesproken. Zijn informaties van de laatste dagen heb-
ben dit echter voor hem onmogelijk gemaakt. De heer van Wijk weet, dat
spreker in de commissie van de bedrijven vôôr de vorige raadsvergadering
al bezwaar tegen de uitvoering van 't besluit heeft gemaakt en hij wist ook,
dat spreker toen genoegen heeft genomen met de toezegging, dat het per-
soneel alsnog opdracht zou worden gegeven, te vragen of men tegen het
omwisselen van de meter bezwaar had. Die toezegging, in tegenwoordigheid
van de directeur van de bedrijven gegeven, is pertinent niet nagekomen.
Spreker heeft vanmiddag nog aan een personeelslid gevraagd of hij op-
dracht had om de mensen te vragen of zij met de omwisseling van de
meter instemden. Hierop antwoordde hij ontkennend. Spreker heeft in één
geval, n.l. de schrijver van het ingezonden stuk over deze zaak in de
Nieuwe Haarl. Courant, tegen de betrokkene gezegd, dat hij, als men bij
hem zou komen, eerst moest afwachten of men zou vragen dat hij met de
omwisseling van de meter akkoord ging. Toen men inderdaad bij hem
kwam en men niets vroeg, heeft hij gevraagd of niet gevraagd moest wor-
den dat hij geen bezwaar had, waarop men hem antwoordde, dat die din-
gen allemaal weg gingen. Deze man heeft toen een ingezonden stuk ge-
schreven. Men kan nu misschien denken, dat spreker de zaak op heeft wil-
len rakelen, maar hij kan de verzekering geven, dat hij aan dat ingezon-
den stuk totaal onschuldig is. Spreker heeft de man er wel op geatten-
deerd, dat het geschrevene niet juist was. In het stuk stond n.l. dat alleen
de KVP-er Zegwaart tegen het voorstel van burgemeester en wethouders
had gestemd. Dat was niet juist, want 6 leden van de K.V.P. en de heer
Scheer hebben tegengestemd. Hij heeft toen toegezegd, dat hij zou pro-
beren een tegenbericht geplaatst te krijgen, maar men kan als ingezonden-
stukken-schrijver niet verlangen dat de pers nog een tweede stukje op-
neemt. Nu zegt de heer van Wijk wel, dat men overal met open armen
wordt ontvangen om de meters te wijzigen, een en ander volgens verkla-
ring van de heer Giesberger, maar dat moet spreker tegenspreken, want
de schrijver van het ingezonden stuk heeft een aantal adhesie-betuigingen
ontvangen die spreker door hem zijn aangeboden, maar die hij heeft ge-
weigerd. Er is dus een aantal mensen dat ernstig bezwaar heeft tegen
omruiling van de meter. Spreker kan er nog bij vertellen, dat ook de ver-
enigingen van bejaarden zullen trachten te voorkomen, dat althans een
