25 mei 1961
215
aantal hunner, door het weghalen van de muntmeterinstallatie in moeilijk-
heden komt. Ook deze mensen zullen heus de man die de meter moet om-
bouwen niet met open armen ontvangen. Spreker moet dan ook ontkennen
dat, wat de heer van Wijk heeft gezegd, juist is. Het zal wel juist zijn dat
de directeur dit tegen de heer van Wijk heeft gezegd, maar dan geeft de
directeur niet precies weer hoe de zaak ligt. Spreker blijft er bij, dat hij
betwijfelt of alle raadsleden bij het nemen van het besluit wel de gedachte
hebben gehad, dat het niet alleen over de gasmeters maar ook over de
elektriciteitsmeters ging.
De voorzitter wijst er op, dat in het besluit staat: ,,Artikel 15 komt te
luiden: Bijzondere bepalingen voor de levering van gas en elektriciteit
over de muntmeter" en dan volgen 1, 2 en 3.
De heer Zegwaart zegt, dan te moeten erkennen, dat hij de zaak niet
heeft door gehad. In de commissie van de bedrijven is niet anders dan over
muntgasmeters gesproken en het was dus volkomen verklaarbaar, dat men
dacht, dat het uitsluitend over de muntgasinstallaties ging.
De heer Verkouw gelooft dat de hele raad aan de zijde van de heer Zeg-
waart staat waar het betreft een soepele toepassing van het besluit tot het
opruimen van de muntmeters. Spreker is blij met de toezegging van de
wethouder, dat hij het gesignaleerde zal onderzoeken.
Wat de afschaffing van de elektrieiteitsmuntmeters betreft, moet spre-
ker en waarschijnlijk wel alle raadsleden toegeven, dat zij zich bij het ne-
men van het besluit niet bewust waren dat het besluit zo verstrekkend
was. In de laatste vergadering van de commissie van de bedrijven is door
de wethouder, de secretaris van de commissie de heer van Drooge en de
directeur der bedrijven uiteengezet, dat dit toch eigenlijk logisch uit deze
zaak voortvloeide en de zaken zo lagen, dat het voor de elektriciteitsmeters
niet uitdrukkelijk gestipuleerd behoefde te worden. Spreker meent, dat de
heer Zegwaart met dat antwoord genoegen heeft genomen. Spreker vindt
het dan ook niet helemaal rechtvaardig, ook niet tegenover de wethouder,
om dëze kwestie nu weer ter sprake te brengen. De commissie is door de
drie genoemde heren spreker gelooft dat de heer Kooijmans hem hierin
zal bijvallen overtuigd, dat deze zaak volkomen goed zat. Dat de raad
zijn besluit niet bewust heeft genomen ligt aan de raad zelf. Het college
gaat hierin vrij uit. Omdat maar steeds over gasmuntmeters is gesproken,
is de indruk gewekt, dat het alleen over deze meters ging. Maar laat men
ruiterlijk toegeven, dat de raad het besluit heeft genomen om de muntme-
ters voor gas en elektriciteit af te schaffen.
De voorzitter voorziet een algemeen debat. Het was beter geweest als de
heer Zegwaart zijn bezwaren schriftelijk had ingediend. Dan hadden bur-
gemeester en wethouders daar schriftelijk op kunnen antwoorden. De wet-
houder heeft nu toegezegd, dat de regeling soepel zal worden uitgevoerd en
dat men hen, die prijs stellen op het behoud van een muntmeter, ter wille
zal zijn.
De heer Zegwaart zegt, dat het feit, dat hij in de vorige raadsvergade-
ring niet al over deze zaak heeft gesproken, voldoende bewijs is, dat hij
met de afspraak die in de commissie van de bedrijven opnieuw was ge-
maakt, akkoord ging. Als spreker vandaag deze zaak niet ter sprake zou
brengen, zouden er over een maand geen muntmeters meer zijn want men
is zo koortsachtig bezig met de opruiming van die meters, dat dit te ver-
gelijken is met het invoeren van de 5-daagse werkweek. In Vogelenzang
en Bennebroek zijn de meters allemaal weggehaald, ook in die gevallen
waar men misschien wel eens in moeilijkheden komt. Toen de woningen
aan de Glipper Dreef oostzijde in 1957 of 1958 werden bewoond, is tegen
aanvragers van een muntinstallatie gezegd, dat die niet meer werden ver-