25 mei 1961
199
De heer Yerkouw kan zich voorstellen, dat er dan nog- geen antwoord
is ontvangen. Hij aacht, dat het verzoek aan de minister was samengeval-
'en met het indienen _van de stukken op 13 april bij de Provinciale directie
voor de volkshuisvesting en de bouwnijverheid.
De voorzitter antwoordt, dat het college wethouder Corver heeft ge-
vraagd om in deze de weg te banen voor een onderhoud met de betreffende
minister. Door bijzondere omstandigheden is dat wethouder Corver niet
eerder gelukt dan 3 dagen geleden.
De heer Verkouw vraagt, of er goede hoop is dat de minister dit onder-
houd zal toestaan.
De voorzitter antwoordt bevestigend.
De heer van der Linden wil er nog eens aan herinneren, dat de bouw van
het nieuwe zwembad ook nauw verband houdt met het verplaatsen van de
speeltum die ligt op het terrein waar het zwembad komt. Dit is een be-
langnjke aangelegenheid. Die speeltuin zal verplaatst moeten zijn voordat
daar een spa in de grond kan worden gestoken. Spreker is van mening,
dat die verplaatsing zo spoedig mogelijk moet gebeuren, want men kan dê
speeltuin niet zo maar opheffen en de kinderen niet meer laten spelen.
De voorzitter zegt, in de vorige vergadering te hebben gezegd dat dit
ook een belangrijke kwestie is, die er natuurlijk naast staat, maar een
direct gevolg is van de bouwplannen voor het zwembad. Zodra de plannen
realiseerbaar zijn moet beslist worden waarheen deze speeltuin kan worden
verplaatst. Burgemeester en wethouders zullen daar aandacht aan be-
steden.
VRAGEN VAN MEVROUW H. COHEN-KOSTER LID VAN DE RAAD
INZAKE RUSTHUIS „HELENA".
Mevr. H. Cohen-Koster heeft de volgende schriftelijke vragen gesteld:
1. Zijn burgemeester en wethouders van mening, dat uit het rapport van
e geriatrische dienst hieromtrent blijkt, dat er inderdaad sprake is van
een onaanvaardbare behandeling van geestelijk gestoorde bejaarden?
2. Indien het antwoord op de eerste vraag bevestigend luidt, hebben bur-
gemeester en wethouders dan meetregelen kunnen nemen om een einde
te maken aan deze onhoudbare situatie, en zo ja, welke?
3. Zijn burgemeester en wethouders bereid te bevorderen:
le. dat met de meeste spoed de toegezegde verordening op het toezicht
op de verpleeghuizen tot stand komt en
2e. dat gemeentelijk of intergemeentelijk een oplossing gevonden wordt
voor de verpleging van die geestelijk gestoorde bejaarden die niet
in een gewoon verpleeg- of rusthuis gehandhaafd kunnen 'worden
Burgemeester en wethouders hebben mevrouw Cohen het volgende mede-
gedeeld:
ad. 1. Uit het door U bedoelde rapport en uit de naar aanleiding daarvan
door de wethouder van de volksgezondheid ontvangen inlichtingen,
gehouden besprekingen en gevoerde verhoren is komen vast te staan,
dat niet voldoende waarborgen bestaan voor een redelijke verzor-
ging of verpleging van de in dit tehuis opgenomen geestelijk ge-
stoorden.
ad. 2. Wij hebben, krachtens artikel 2, lid 2c van de Verordening op de
verzorgings- en verpleeghuizen de aan de eigenaar van het tehuis
verleende voorlopige vergunning voor het houden van een verzor-
gingshuis c.q. verpleeghuis ingetrokken.