202 25 mei 1961 wethouder Corver, die met het wassen van dit varkentje was belast daar- voor zijn bijzondere dank betuigen. Spreker had gedacht, dat er na de publicaties in de pers, niets meer in de raad zou zijn te vragen. Spreker stelt er prijs op, dat de pers zo volledig mogelijk wordt ingelicht. Spreker sluit zich aan bij de wensen die door mevr. Cohen zijn geuit, n.l., dat de overheid er in moge slagen om voor het probleem van de ver- pleging van bejaarde geestelijk gestoorden een passende oplossing te vin- den. Spreker heeft enkele dagen geieden gelezen, dat de mening heeft postgevat, dat het aantal ziekenhuizen berekend naar een zeker aantal in- woners niet 5 maar 3 moet zijn en dat er in de plaats van de 2 ziekenhui- zen die men oorspronkelijk wilde bouwen, meer verzorgingshuizen zouden moeten komen en dus ook voor patiënten waarover nu is gesproken. Als een deskundige tot deze ervaring is gekomen de raad kan wat dat be- treft heel weinig invloed uitoefenen dan zal de raad deze gang van za- ken ongetwijfeld moeten bevorderen. Wethouder Corver wijst er, naar aanleiding van het gesprokene door mevr. Cohen, op, dat nog geen definitieve vergunningen voor het houden van verzorgings- of verpleeghuizen door burgemeester en wethouders zijn afgegeven. Tot op heden zijn er aileen voorlopige vergunningen verstrekt °P STond van artikel 19, 2e lid, luidende: ,,Burgemeester en wethouders kunnen voor de in het le lid bedoelde verzorgingshuizen of verpleeghuizen uiterlijk tot 1 januari 1963 een vergunning verlenen, ook indien niet aan alle voorschriften genoemd in artikel 2, 2e lid is voldaan." Wanneer er straks definitieve vergunningen zijn uitgereikt, dan zal, indien dit nood- zakelijk zou blijken te zijn - hetgeen weilicht ook in de aan de orde zijnde zaak het geval zou zijn geweest op grond van artikel 2, 2c, luidende: „Er moeten voldoende waarborgen bestaan voor een redelijke verzorging of verpleging" een dergelijke vergunning moeten worden ingetrokken, zoals dit ook is medegedeeld in het communiqué en ook in de brief aan de raad. Thans wordt een controle en inspectie van de rusthuizen gehouden om te komen tot het opleggen van de voorwaarden die aan de verordening ten grondslag liggen. Burg;emeester en wethouders gaan per 1 mei van het volgend jaar pas definitieve vergunningen verlenen. Zij handelen dus nu nog op grond van voorlopige omstandigheden. Mevr. Cohen: ,,Maar nog niet op grond van deze verordening." Wethouder Corver: „EigenIijk niet." Mevr. Cohen: ,,Hoewel zij toch van 1958 af bestaat." Wethouder Corver zegt, dat het misschien niet helemaal tot alle leden van de raad is doorgedrongen, dat er aanvankelijk moeilijkheden met deze verordening waren, die voortkwamen dat heeft de heer Hutgers al even aangehaald uit het feit, dat de rechterlijke macht in Haarlem meende, deze verordening niet verbindend te moeten verklaren. Ten slotte heeft echter de Hoge Raad deze verordening wel verbindend verklaard. Hoewel Haarlem intussen veranderingen in haar verordening had aangebracht, hebben burgemeester en wethouders dat niet gedaan, zodat de eenmaal vastgestelde verordening kan worden gebruikt. Daarna is er nog de moei- lijkheid geweest, dat burgemeester en wethouders op dit punt streefden naar een samenwerking van Haarlem met een aantai omliggende gemeen- ten ten aanzien van de geriatrische dienst. Enkele gemeenten konden zich met de daarbij naar voren gebrachte wensen en financiële voorwaarden niet verenigen. Zij hebben toen te kennen gegeven, dat zij deze zaak nog eens wilden bekijken. Heemstede heeft 2 maanden geieden besloten niet langer te wachten. Vandaar dus dat het onderzoek in Heemstede een aan- vang heeft genomen met het bekende gevoig.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1961 | | pagina 6