239
27 juli 1961.
zo, dat in de totale duur van de wachttijd weinig- veranderd is. De vrije
tijd welke men nu op zaterdagmorgen moet geven, was vroeger over een
week verdeeld. Dat scheelt ongeveer een uur. Burgémeester en wethouders
hebben gemeend, dat het wel iets anders is of men door de week iedere
dag een half uur vrije tijd moet opofferen of dat dit een gehele zaterdag-
morgen is. Daarom zijn zij bereid de vergoeding iets te verhogen. Het
bewogen betoog van de heer Zegwaart snijdt geen hout, want eigenlijk is
het het een voor het ander.
Mr. Butgers is bereid te accepteren, dat de reserve-chauffeurs een hogere
vergoeding krijgen, maar de argumentatie van burgemeester en wethou-
ders vmdt spreker niet erg gelukkig. AIs men meent deze mensen wat
meer vergoeding te moeten geven omdat deze te laag is, dan gaat spreker
daarmede volkomen akkoord, maar de redenering om hen als gevolg van
het invoeren van de 5-daagse werkweek meer vergoeding te geven vindt
spreker ongelukkig.
De heer Zegwaart zal, zonder daarmede aan de goedheid en de mildheid
van het college tekort te willen doen, proberen aan te tonen, dat de
wachtdienst op zaterdagmorgen een ernstig inconvenient voor dé betrok-
kenen kan zijn. Hij denkt dan aan het geval, dat men een lang weekend
naar ouders in het noorden of zuiden van het land wil gaan. Spreker
weet niet precies wanneer de wachtweek afloopt, maar in elk geval kun-
nen de reserve-chauffeurs op vrijdagavond vertrekken als zij zaterdag-
morgens geen wachtdienst hebben. Lopen zij zaterdagmorgen nog in de
wachtdienst dan moeten zij wachten tot zaterdagmiddag en dat kan een
groot ongemak zijn, hetgeen met f 1,70 echt niet te hoog is vergoed.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming vast-
gesteld.
IX. VERWEER TEGEN RECHTSVORDERING.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
96. Verweer tegen rechtsvordering.
Ir. Kocijmans zegt, dat het hier gaat om een verweer in rechten voor
de Pachtkamer. Spreker vraagt of het in dit geval wel nodig is de zaak
in handen van een advocaat te stellen.
Wethouder Van Wijk antwoordt, dat in dit geval ook een gemachtigde
niet-advocaat zou kunnen optreden, desnoods een ambtenaar van de ge-
meente. Het betreft hier echter een vrij speciale materie. Van de amb-
tenaren kan niet verlangd worden, dat zij daar voldoende van op de
hoogte zijn, terwijl aangenomen moet worden dat advocaten daarvan wel
op de hoogte zijn. De daaraan verbonden kosten zullen niet hoog zijn en
het komt het college toch wel gewenst voor, dat deze zaak deskundig
wordt behandeld.
Mr. Rutgers heeft het jammer gevonden, dat hij zo weinig stukken over
deze zaak heeft aangetroffen. Spreker meent, dat een raadslid ook de
beleidskwestie moet kunnen beoordelen. Zo is er b.v. geen huurcontract
overgelegd. Spreker hoopt, dat er voortaan meer stukken bij dergelijke
zaken ter visie zullen worden gelegd.
De Voorzitter zegt dit toe.
De heer Willemse vraagt, welke opzegtermijn in acht moet worden ge-
nomen wanneer zou blijken, dat niet de pachtwet maar de huurwet in dit
geval van toepassing is. Spreker vraagt dit, omdat burgemeester en wet-
houders schrijven, dat Hulsbos zijn tuin slechts als liefhebberij gebruikt.