103
4e afd.
31 augustus 1961
BEBOUWIN GSVOOBSCHRIFTEN, DEEL UITMAKENDE VAN DE
PARTIËLE HEBZIENING LII C VAN HET UITBREIDINGSPLAN-IN-
ONDERDELEN LII B (PLAN „TERREIN WESTZIJDE IJSSELLAAN")
Artikel 1.
Eengezinshuizeu.
1. Op de gronden, bestemd voor bebouwing met eengezinshuizen (bebou-
wingscategorie B), mogen uitsluitend worden opgericht woonhuizen,
bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één gezin, met tot
de huizen behorende ingebouwde schuren.
2. De eengezinshuizen moeten binnen de daarvoor aangegeven bebou-
wingsstroken worden aaneengebouwd.
3. De eengezinshuizen moeten worden gebouwd met inachtneming van
de volgende maten:
voorgevelbreedte tenminste 6.50 m
goothoogte tenminste 4.50 m, ten hoogste 6.00 m
bebouwingsdiepte8.00 m.
Artikel 2.
Garages.
1. Op de gronden, bestemd voor garages, mogen uitsluitend worden op-
gericht gebouwen, bestemd voor de berging van vervoermiddelen.
2. De garages moeten in blokken van twee worden aaneengebouwd.
3. De garages moeten worden gebouwd met inachtneming van de volgende
maten:
voorgevelbreedte 3.00 m
goothoogte ten hoogste 2.50 m
bebouwingsdiepte6.00 m.
Artikel 3.
Overige bestemmingen.
1. De niet in de artikelen 1 en 2 genoemde gronden mogen niet worden
overdekt of bebouwd,
2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd al dan niet onder door
hen te stellen voorwaarden ontheffing te verlenen van het in lid 1
bepaalde voor het oprichten van kleine, niet voor bewoning bestemde
gebouwtjes van openbaar nut, zoals telefooncellen, wachthuisjes voor
autobussen e.d.
Artikel 4.
Afwijkingsbevoegdheid.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd enig onderdeel van de grens
of de richting van een weg nader vast te stellen en dienovereenkomstig
de vorm van de bebouwingsstroken te wijzigen, wanneer bij definitieve
uitmeting zou blijken, dat geringe afwijkingen noodzakelijk zijn tot een
juiste aanpassing van het plan aan de werkelijke toestand van het ter-
rein.
Artikel 5.
Wijze van meten.
1. De in het uitbreidingsplan en deze voorschriften aangegeven maten