296 21 oktober 1961 De bezwaren van de heer Scheer geven spreker aanleiding te wijzen op het wegenverkeersreglement waarbij het is verboden( voertuigen, ri i- of trekdieren of vee te doen of te iaten stiistaan op een b'rug, op een viaduct, in een onderdoorgang, bij kruisingen of splitsingen van wegen (de krui- sing van de J. van Campenstraat) of binnen een afstand van 10 meter van het snijpunt van de rijbaankanten of de verlengden daarvan, gemeten langs deze kanten, alsmede binnen een cirkel met een straal van 5 m be- schreven van bovenbedoeld snijpunt uit. Een autobus op een haiteplaats op de brug zal stellig het uitzicht be- Iemmeren. Het is beter de haitepiaats voorbij de J. van Campenstraat te handhaven. Burgemeester en wethouders vinden het voorstel aiieszins aan- vaardbaar. De heer Scheer is van mening, dat het eerste deel van het betoog van de wethouder, n.i. dat de welstandscommissie met dit plan akkoord is ge- gaan, buiten beschouwing kan blijven. De raad moet uiteindeiijk een uit- spraak doen. Wat het tweede gedeeite van het betoog van de wethouder betreft, merkt spreker op, dat hij met de bepalingen van het wegenverkeersreglement voikomen op de hoogte is. Het gaat er hier om, zoals spreker reeds eerder heeft opgemerkt, dat de afstand van de J. v. Campenstraat tot de abri 24 /2 meter is. Daar gaat 10 meter af die men uit de hoek moet blijven en dan blijft er 14% meter over. Men is dan nog pas tot aan de abri. De ruimte vôôr de abri is ruim 4 meter, dus er is een ruimte van 18% meter. Met een bus kan men dus vrij van de brug en vrij van de hoek halteren. Voorts heeft men dan een abri die niet voor een woonhuis staat, want als men een wachthuisje of abri voor een woning plaatst, maken de' bewoners daar bezwaar tegen. Spreker zou daarom graag zien, dat de beschikbare ruimte voor een wachthuisje biijft gereserveerd. De heer Verkouw merkt op, dat het pian dat de heer Scheer voor ogen staat, in de toekomst eventueel toch wei zai zijn te realiseren. Dat staat of vait niet met aanneming van dit voorstel. Wethouder van Lent is het niet met de heer Scheer eens, dat dit een geschikte plaats is om een bushalte te maken. Dat lijkt hem' uit een ver- keersoogpunt te allen tijde verwerpeiijk. De Voorzitter zegt, dat de heer Scheer uitgaat van de hypothese, dat het verkeer zodanig zal toenemen, dat t.z.t. de busiijnen van de Binnen- weg naar de Heemsteedse Dreef zulien moeten worden veriegd. Het is ech- ter verschrikkelijk moeilijk van een veronderstelling uit te gaan. De heer Scheer zegt nu wel, dat er met inachtneming van de wettelijke bepalingen 14% meter voor een bushaite overbiijft, maar burgemeester en wethouders zijn van mening, dat men, komende van de zijwegen, door stilstaande auto- bussen in zijn uitzicht zal worden beiemmerd, hetgeen levensgevaariijke situaties kan scheppen. De heer van der Linden wijst er nogmaals op, dat men met dit voorstel had moeten komen vôör dat men begon te bouwen. In de regel krijgt de raad over een dergelijke wijziging een voorstei of wordt daarover inge- licht, maar dat is hier niet gebeurd. Als bij de vorige besprekingen over deze bouw hiervan iets was gebieken, had spreker toen al bezwaar ge- maakt. b Wethouder van Lent merkt op, dat bij uitvoering van dergelijke pian- nen altijd kieine veranderingen in onderdeien voorkomen. De heer van der Linden meent, dat een en ander te voren in het plan had moeten zijn opgenomen, omdat men dat te voren kon zien.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1961 | | pagina 4