2e afd. 30 november 1961. 150a, b
6e WIJZIGING KINDERTOELAGEREGELING EN UITKERING
VERHOGING KINDERTOESLAG OVER 1 OKTOBER 1960
TOT 1 JANUARI 1962.
Aan de Raad,
Met ingang van 1 oktober 1960 werden de bedragen van de kinderbijslag
ingevolge de Kinderbijslagwet en andere wetten verhoogd. In verband hier-
mede heeft de regering besloten de tijdelijke kindertoeslag voor het rijks-
personeel eveneens te verhogen. De Minister van Binnenlandse Zaken
heeft de gemeentebesturen in zijn circulaire dd. 6 oktober 1961, no. A
612/U 2967 hieromtrent mededeiingen gedaan.
De verhoging bedraagt 3 cent per dag voor elk van de eerste drie kin-
deren, 5 cent per dag voor het vierde en voor het vijfde kind en 8 eent
per dag voor het zesde en voor elk van de volgende kinderen. Deze verho-
ging zai echter pas met ingang van 1 januari 1962 formeel in de kinder-
toeslagregeling worden opgenomen en over het tijdvak van 1 oktober 1960
tot 1 januari 1962 worden gerealiseerd in de vorm van vijf kwartaals-
uitkeringen. Het vierde kwartaal van 1960 en de vier kwartalen van 1961
worden eik als een berekeningstijdvak aangemerkt. Ten aanzien van hen
wier bezoldiging per week wordt uitbetaald wordt een kwartaal geacht te
zijn aangevangen op de eerste dag van de loonweek, waarin de werkeiijke
eerste dag van het kwartaal viei. De uitkering per berekeningstijdvak be-
draagt /2,34 voor elk van de eerste drie kinderen, /3,90 voor het vierde
en voor het vijfde kind en 6,24 voor het zesde en voor elk der voigende
kinderen, waarvoor op de peildatum aanspraak bestond op kindertoelage.
Als peildatum voor de bepaling van het aantal kinderen wordt aangemerkt
de eerste dag van een berekeningstijdvak. Indien tijdens een dergelijk
tijdvak het dienstverband verbroken wordt, wordt de uitkering toch over
dat gehele tijdvak vastgesteld.
Met ingang van 1 januari 1962 zal de tijdelijke kindertoeslag bedragen:
4,94 per maand of 1,14 per week voor het eerste kind;
6,46 per maand of 1,49 per week voor het tweede en het derde kind;
10.28 per maand of 2,37 per week voor het vierde en het vijfde kind;
14,06 per maand of 3,24 per week voor het zesde en ieder volgend kind.
Voomoemde Minister verzoekt te bevorderen, dat gelijke maatregelen
voor het personeel in dienst der gemeenten worden getroffen.
Gaarne voldoen wij aan dat verzoek en daarom stellen wij U voor over
te gaan tot:
le. het toekennen van uitkeringen als hierboven genoemd over het tijd-
vak van 1 oktober 1960 tot 1 januari 1962;
2e. het wijzigen van de Kindertoelageregeling met ingang van 1 januari
1962 door vaststelling van bijgevoegde ontwerp-besluiten.
De ministeriële circulaire, alsmede het gunstig advies van het Centraal
Orgaan inzake gemeenschappelijke behandeling van gemeentelijke perso-
neelsaangelegenheden d.d. 19 oktober 1961, no. 399 liggen voor U bij de
stukken ter inzage.
Heemstede, 8 november 1961.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
A. G. A. van Rappard.
De secretaris,
A. van Wingerde.