lftl
15 december 1961
365
overschotten uit vorige dienstjaren mag ramen, tot de hoogte, die thans
uit Hoofdstuk I, speciaal van de kapitaaldienst, blijkt. Zoals gezegd, ge-
deeltelijk is dat onverwacht, maar gedeeltelijk was het wel verwacht.
Ik geloof dan ook stellig, dat van enige achterdocht, dat dit gemeente-
bestuur, nu er ruimte (van een andere soort dan waarvan ik voorheen
sprak) 'is, en zelfs nog meer ruimte dan er staat, omdat wij nog op mee-
vallertjes' rekenen, zoals uit de eerste alinea van pagina 3 van de aanbie-
dingsnota blijkt, nu maar „dik-op" zou gaan doen en onnodige uitgaven
zou voorstellen, geen sprake kan zijn. Ik acht het onnodig de post van
f 3.000voor het gemeentepersoneel, die thans geraamd îs, m dit ver-
band v'oor symptomatisch aan te zien. Wij behoeven dit gemeentebestuur
niet af te remmen, het remt zichzelf en naar mijn smaak, misschien wel
wat teveel, zeker als het de hoegrootheid van haar inkomsten raamt.
Ik zou thans enige details willen bespreken, waarmede ik het gras niet
voor de voeten van mijn fractiegenoten wil wegmaaien. In de eerste plaats
wat het elektriciteitsbedrijf betreft. Reeds vele malen heb ik în de af-
gelopen jaren over de tarieven van het elektriciteitsbedrijf gesproken. Ik
heb toen steeds weer gezegd, dat ik gaarne met de omstandigheid rekemng
wil houden, dat ons elektriciteitsbedrijf geen opwekkingsbedrijf, doch een
distributiebedrijf is. Ik kan mij voorstellen, dat de wethouder van de be-
driiven zegt, dat hij niet beneden kostprijs wil verkopen, maar îk nerhaal
wat ik reeds vroeger herhaalde malen heb gezegd, dat er een differentiele
kostprijs is bij een opwekkingsbedrijf, een prijs, die verschilt bij dag en bij
nacht een prijs, die verschilt naarmate kracht of licht kilowatt-uren wor-
den g'eleverd. Deels is dat ook tot uitdrukking gekomen in de pnjzen, die
Haarlem ons voor de nacht en op bepaalde tijden van de dag voor kook-
stroom levert. Wil de zaak echter geheel juist zijn, dan moesten wij yan
Haarlem kunnen kopen tegen die verschillende kostprijzen. Maar Haarlem
is zelf ook geen opwekkingsbedrijf. Het grossiert in elektnciteit en het
legt een ferme toeslag op de kosten van haar toeleveringsbednjf de
P E N
Dat is de kostprijs, waarover de wethouder spreekt, maar het is niet de
echte kostprijs en de consequentie is, dat waar de wethouder ook mag îk
het noemen onder-grossiert en daarmede knappe winsten maakt, mede
doordat de toenemende elektriciteitsverbruiken steeds boven de raming
blijken te zijn gestegen, dat zijn vaste kosten op een groter quantum elek-
triciteit drukken en dat hij dus grotere winsten maakt dan werkelijk
nodig bliikt. Nodig blijkt voor de rest van de gemeentebegrotmg.
Eigenliik zou, met een leverancier als het P.E.N., het mogelijk moeten
zim rechtstreekse betrekkingen aan te knopen. Dat zou na ommekomst
van het contract tussen Haarlem en P.E.N. ertoe kunnen komen. Maar
dan wil het P.E.N. rechtstreeks aan onze klanten leveren; dan moet het
hele elektriciteitsbedrijf zoals het reilt en zeilt, desnoods met man en muis
van ons eigen distributiestalletje aan het P.E.N. worden verkocht.
Dan vervalt de winst van het elektriciteitsbedrijf als bate van onze
gemeentebegroting en ik vraag me af of dat eigenlijk niet een gewenste
toestand zou zijn. Dan zou, als bruintje dat trekken kan, aan de mgezete-
nen tegen veel meer differentiële tarieven dan nu (zij het hoger dan Haar-
lem aan het P.E.N. betaalt, omdat er natuurlijk nog distributiekosten bij
komen- de meters moeten worden opgenomen, er is een boekhoudmg voor
de afdeling Heemstede van het P.E.N. nodig, de leidingen vergen onderhoud
en vernieuwing enz.) elektriciteit kunnen worden verkocht. Ik zei uit-
drukkeliik: als bruintje dat trekken kan, dus als de gemeentebegrotmg
dat toelaat en ik ben van mening, dat dit in principe mogelijk moet zijn.
Ik zei na ommekomst van de contracten tussen Haarlem en P.E.N. Ik
heb er geen idee van of dat mogelijk zou zijn en of het misschien nodig îs
daarvoor rijkstussenkomst te vragen en te krijgen. Maar als het zou kun-
nen wordt eigenlijk een veel gezondere toestand geschapen. Wij zijn als