T-s sxsxszsrs sslzzs s
"ÄnSrr'heen a"iMjh *inja
378 15 december 1961
Toch laat deze ons al een paar jaar wachten op subsidie in de kosten
wïïnmannni^efverpleginë:' En sedert de vorige begrotingsvergadering horen
ij maar mets van enkele hangende uitbreidingsplannen welke noe moe
Frans-Beigisch systeem zeker daarvoor zou lijn hefko^ De raad Ônder
waarde111 hand£emeen vervallen. Integendeel, ook oppositie werd naar
waarde gewaardeerd, en de vrijheid in alle fracties verdedisrd Dat de
burgers het met dit gunstig oordeel niet altijd eens zijn mo»e het volsrend
gedicht van 5 december 1.1. aantonen, nog wel van Sint g
Ieder jaar krijg ik heel wat wensen te horen
Waarmee de één de ander wil bekoren
Of om elkaar te pleizieren
Uit dank of zo maar om mijn feest te vieren.
Dit geeft mij altijd veel jolijt
Van mijn gesjouw heb ik nimmer spijt.
En als ik door de lange donkre nacht
Mijn taak weer heb volbracht
Aanvaard ik tevree de lange reis
Terug naar mijn paleis.
Toch tegen Heemstee heb ik één bezwaar.
In t eerst lijkt dit misschien wat raar
Deez' gemeente toch straalt van rijkdom
Hier keert men 't dubbeltje niet om en om
De millioenen liggen opgetast in Uwe kluis
Vo°r een zwembad en nieuw stadhuis.
Kom nou van rijkdom stralen 't mocht wat'
lk vind deze buurt maar een donker gat.
Op mijn avond door deez' lanen rond te rijden
heus geen taak om te benijden.
Noemt U dât een verlichting hier?
t Lijkt er niet op maar dan ook geen zier!
Kom U bent toch lid van de gemeenteraad
Stel dan ook eens een dappere daad.
Laat nog vandaag voor 'n goede verlichting zorgen
Dat stadhuis komt dan wel morg*en.
Sint
u-ivkumeein.d8' dat Wij het steeds waarderen in een gemeente met een lande
praktisch ineens mgevoerde vijfdaagse werkweek voor loon- en salaris
gemetenden heeft hier de moeilijkheden geschapen. Terecht stelde dezer
thanf hêt ifnelnum Pinanciën' dat het *ebrek aan arbeidskrachten
groffvan de NedfrliL?11 staathuishoudkunde en de stilstand in de
groei van de Nederlandse economie hoofdzakelijk dââr zijn oorzaak vindt
en met zozeer in andere factoren. Uit dit laatste punt bhjkt weT dat zeker
es met mate"eie middelen is op te lossen. Een besef.'dat in de