C0„efa; Ï5S2 Zil'älïi
384
15 december 1961
algemeen die contraire economische beginselen zouden ontdekken met
etrekking tot de staatsfinanciën, de financiën van de provincie dan wpl
mekVba,H±Fmeente' Spreker kan niet 2ien' dat het beleid van een dece
jk huisvader en van, een gemeentebestuur van elkaar zou verschillen
Beiden moeten met meer uitgeven dan zij bezitten, zij moeten niet al te
ptimistisch zijn ten aanzien van de toekomst, zij moeten reserve kweken
en in goede dagen denken aan kwade dagen. Voor het overig-e moet
spreker het algemeen fmanciële beleid, althans in de beantwoording hier
verlaten aan zijn collega van financiën. Spreker zal thans overgaan tot
de gedetailleerde beantwoording van de opmerkingen en vragen over de
bednjven, sociale zaken enz. gesteld. viagen over de
h0?6 hif6r Rutgers, heeft enlge opmerkingen gemaakt met betrekking tot
00k ,voor sPreker netelige probleem van de werkclassificatie en dp
personeeisbeoordeling. Spreker zal niet herhaien wat hij in een vorige ver
krnintmg daafover al eens heeft gezegd, welke schroom hem in deze be-
ÎTT? en welke vrees er bij hem in deze bestaat. Het kan, zijn dat er veel
meer uitkomt dan spreker zich op dit moment nog voorstelt maar nu
burgemeester en wethouders eenmaal a gezegd hebben zullen' zii ook h
zeggen en deze zaak tot een goed einde zien tf brengen fe heer Rutgers
îîiifVg8VI?^g waarom burgemeester en wethouders ook bij de pefso
neelsbeoorde mg verder gaan met het bureau personeelsbeheer van de
7 ff' ff i spreker echter logisch, dat, nu dit bureau het rapport be
treffende de werlcciassificalie heeft uitgebracht, het ook verder inge-
schakeld blijft. Uit het antwoord van burgemeester en wethouders on dp
daaromtrent gestelde vraag is al gebiekenf dat dit heTemaal nf t inhoU
dflf hifT888 r en ]wethouders b.v. bij een minder plezierige ervaring
De heer Rutgers heeft gevraagd, op grond van welke inlichtingen
m8TeeS 6n wethouders besloten hebben gebruik te maken van voor
meld bureau en welke waarborgen zij hebben voor de deskundigheid van
et personeel van dat bureau. Omdat burgemeester en wethouders niet al
te vroeg zijn met deze materie, hebben zlj natuurlijk kunnen kennT nemen
e. ervarmgen van andere gemeenten. Men mag aannemen dat Tn T
gespecialiseerd bureau toch zeer zeker voor zijn taak berekend is en des-
kundigen zal aantrekken wier deskundigheid in de eerste plaats zal bliiken
m beslissingen, handelingen, advieze/enz. maar toch ook we, Tf Tun
pkudmg Spreker gelooft, dat burgemeester en wethouders met elkaar
En nuTep-ffb eoordeIen m hoeverre deskundigheid hier aan de orde is.
En nu zegt de heer Rutgers, en het verbaast spreker dat uit ziin mond te
horen, dat deskundigheid gelijk is aan leiding. Wanneer burgemeester en
wethouders het advies van bepaalde deskundigen, spreker deTkt WerbT
aan de welstandscommissie, niet volgen, dan is de raad er het eerste bii om
vragen waarom zij dat niet hebben gedaan en waar zij de pretentie
vandaan halen om van dat advies af te wijken. Burgemeester en wet-
houders hebben dat echter rustig gedaan en zij zullen dat ook met dezelfde
overtuigmg doen met betrekking tot de beoordeling van het Tapport van
de deskundigen over werkclassificatie en prestatiebeloning PP
Voorts heeft de heer Rutgers gevraagd, welke lijn burg-emeester en
wethouders daarbij denken te volgen. Spreker kan daarop antwoorden
?at i een voorzlehtige, een zeer menselijke lijn zal zijn. Spreker is
hereid de eldlng van de bedrijven, deskundigen uit de raad en college er
bij te halen, zodat men met elkaar tot de meest juiste beslissing kan
komen. Men moet echter bedenken, dat het hier gaat over het beoofdelen
van personen, hetgeen geen zaak voor de raad is. Dit hoort tot het beleid
college zoals promoties enz. De aard van deze besprekingen lenen