414
15 december 1961
oplossing niet. Dan krijgt men aan het gebouw van openbare werken, dat
een eigen architectuur heeft, een uitbouw. Spreker gelooft ook niet dat
het goedkoper zou uitkomen. Verbouwen blijkt vaak duurder te zijn dan
bouwen. Spreker meent, dat burgemeester en wethouders de juiste weg
zijn ingeslagen door het laten ontwerpen van een gebouw naast het ge-
bouw van openbare werken en het te bouwen politiebureau. De gelden,
gevoteerd voor het maken van die plannen, zijn al voor een groot deel
besteed. Spreker meent, dat niet ten tweedemale met de plannen moet
worden gestopt. Het heeft alle zin om nu maar door te zetten, kijken wat
er te betalen is en dan maar bouwen.
De heer Zegwaart zegt, dat de technische dienst van openbare werken
uit het thans bestaande gebouw aan het groeien is. Daarom heeft spreker
gesuggereerd om één gebouw van twee bedrijven te stichten. Als het ge-
bouw van openbare werken leeg zou komen, kan dat voor alle mogelijke
diensten der gemeente worden bestemd en als men daar helemaal geen
bestemming voor zou hebben, dan zal een dergelijk gebouw, op dat punt,
bij verkoop in deze tijd van hoogconjunctuur, een zeer belangrijk bedrag
kunnen opbrengen, waarmede de nieuwbouw gefinancierd zou kunnen
worden.
Mevr. van der Meulen gelooft, dat men niet alleen moet zien naar de
kosten die bouw of verbouw zouden bedragen, maar ook naar de aanzien-
lijke besparing die bereikt zou kunnen worden wanneer de technische
diensten en de administraties in één gebouw zouden komen. Dat spaart
personeel uit, hetgeen in deze tijd van personeelsschaarste ook belang-
rijk is.
Mr. Rutgers voelt persoonlijk niet veel voor hetgeen de heer Zegwaart
en mevr. van der Meulen hebben betoogd. Spreker zou het op prijs stellen
als eerst de prealabele vraag wordt besproken hoe men gaat bouwen.
Wethouder Mr. van Wijk antwoordt, dat natuurlijk t.z.t. door de raad
de nodige gelden gevoteerd zullen moeten worden. Op dat moment zal
een beslissing moeten worden genomen wat en hoe men zal bouwen. De
bedrijven zullen het kantoor vlak bij de installaties die tot deze bedrijven
behoren moeten hebben. Voor bedrijven bestaat maar één mogelijkheid,
n.l. op het terrein een kantoor. Spreker heeft wel eens een zakenman ho-
ren zeggen, dat hij nog liever in het bedrijf zou wonen dan er naast. Voor
een dubbel gebouw is naar sprekers mening geen plaats op het terrein
te vinden. Wanneer het gebouw van openbare werken te klein wordt, zal
daar nog wel een oplossing voor zijn door het maken van een betrekkelijk
kleine uitbouw. Ook de opslagplaats van openbare werken zal heel dicht
bij de administratie moeten blijven. Spreker gelooft niet, dat de gedach-
ten van de heer Zegwaart en anderen een praktische weg aangeven. Zon-
der twijfel zal het college, vöôrdat beslissingen zullen worden genomen,
rekening houden met de opmerkingen die over dit onderwerp zijn ge-
maakt.
Punt 9.
De heer Vooren heeft bij het lezen van het antwoord van burgemeester
en wethouders zijn hoofd geschud, want dit is geen antwoord dat bevre-
digt. Spreker doelt niet op de gasdruk zelf, want daar is blijkbaar voor-
lopig niets aan te doen. Waar het spreker wel om gaat en waar burge-
meester en wethouders alies aan kunnen doen, is het geven van een goed
antwoord op een vraag. Spreker heeft bij de vorige begroting een gelijke
vraag gesteld, waarop de wethouder heeft geantwoord: „Wij zullen dit
schema ter kennis van de afnemers brengen." Toen dit 5 maanden later
nog niet was geschied, heeft spreker in een rondvraag van een raadsver-
gadering daar nog eens aan herinnerd. De wethouder keek toen wat gla-