mm
68
2e afd.
24 mei 1962.
VERORDENING REGELENDE DE BEZOLDIGING DER AMBTENAREN
OP JAARSALARIS.
Aan de Raad,
In ons voorstel aan Uw College tot het toekennen van een voorschot
op een salarisverhoging aan het gemeentepersoneel over het eerste kwar-
taal van 1962 (raadsstuk 25 januari 1962, no. 18) deelden wij U mede, dat
de Regering zich beraadde over te nemen maatregelen ten aanzien van
een verhoging van de bezoldiging van het burgerlijk rijkspersoneel ingaan-
de 1 januari 1962.
Inmiddels heeft de Minister van Binnenlandse Zaken ons in een circu-
laire van 2 april 1962, no. A 622/U 849 met deze salarismaatregelen in ken-
nis gesteld.
Deze maatregelen bestaan uit:
le. een algemene salarisverhoging op basis van de trend van de loonont-
wikkeling in het bedrijfsleven;
2e. een gedifferentieerde salarisverhoging voor de ambtenaren op jaar-
salaris.
1. Voor de algemene salarisverhoging is een relatie gezocht met het
aandeel in de welvaartsstijging voor de werknemers in de particuliere be-
drijven, zulks aan de hand van de trend van de voor een deel reeds waar-
genomen en voor het overige deel te verwachten loonontwikkeling bij die
bedrijven. Het resultaat hiervan is, dat deze verhoging ruim 5 zal be-
dragen. Voor de ambtenaren op weeksalaris zal, voor zover zij voor de
vaststelling van hun salaris als 23 jaar of ouder worden aangemerkt,
aan de algemene salarisverhoging een minimum worden verbonden gelijk
aan de verhoging van het maximum-salaris van loongroep 4.
2. Aan de ambtenaren op jaarsalaris zal voorts een gedifferentieerde
salarisverhoging worden toegekend. Deze beoogt, naast een aanpassing
aan de maatregelen, welke in de afgelopen jaren ten aanzien van de amb-
tenaren op weeksalaris reeds zijn genomen ten einde tot een betere aan-
sluiting bij de beloning in het particuliere bedrijfsleven te komen (met
name de prestatiebeloning), tevens een aanpassing van de loonlijn aan die,
geldende in het particuliere bedrijfsleven. Deze salarisverhoging zal voor
de laagste functies 8 bedragen en daarna voor de in deze gemeente voor-
komende functies geleidelijk oplopen tot 16
De Regering acht het echter niet mogelijk deze verhogingen anders dan
in etappes te realiseren. Zij heeft besloten tot uitvoering in vier fasen, res-
pectievelijk ingaande 1 januari 1962, 1 januari 1963, 1 januari 1964 en 1
januari 1965. De verhogingen met ingang van de laatstgenoemde drie data
zullen echter nu reeds in het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambte-
naren 1948 wor'den geregeld.
Voornoemde Minister verzoekt de gemeentebesturen te bevorderen, dat
overeenkomstige maatregelen ten behoeve van het daarvoor in aanmer-
king komend gemeentepersoneel worden getroffen. Het ligt in het voor-
nemen van de bewindsman de gemeentebesturen tijdig vöör 1 januari 1963
op de hoogte te brengen van de exacte maatregelen tot realisering van de
volgende fase van de gedifferentieerde salarisverhoging voor het rijks-
personeel.
Bij voormelde circulaire heeft de Minister inpassingstabellen gevoegd,
waaruit de nieuwe salarissen per 1 januari 1962 op eenvoudige wijze kun-
nen worden afgelezen.
Bij het ontwerpen van de nieuwe salarisschalen voor het personeel dezer
gemeente hebben wij gemeend deze schalen zo nauw mogelijk te moeten