89 24 mei 1962. vangen. Dat kan ook nauwelijks anders, omdat een objectieve norm die voor de gehele loonvorming, zowel in de particuliere- als in de overhéids- sector zou kunnen gelden, nog niet is gevonden. Het nationale inkomen geeft jaarlijks een surplus. De grote vraag is aan wie dit surplus ten goede moet komen. De P.v.d.A. îs van mening, dat in de strijd van het sociahsme de mens primair is en niet de bezitsverhoudingen. Om de vrij- n Van de n)ens,te leven in de gemeenschap zonder er in ten onder te fwakw, v S J1J ger, t moeten ziJn °P het belang van de economisch zwakkere. Vaak, maar met altijd is dat de loonarbeider, soms de weten- schappelijke werker, de ongehuwde vrouw of een categorie in de midden- groepen. Dit is een e.s van sociale rechtvaardigheid, waarvoor de overheid wf, °Pkomen. Het totaal van aile reële inkomens is beperkt door de na- wLPr° k Ergens ligt dus een rem en dit maakt een keuze uit de wijze van benadering en de veelheid van mogelijkheden noodzakelijk hÄ6dWOn8:en zal men vo°ralsnog niet kunnen uitgaan van de ideale dipTt zomIer deze te onderschrijven van de realiteit, zoals die zich op d.t ogenblik met toelating van de Regering in het parti- }ere, bedrlJfsleven voordoet. De overheid heeft daarbij voorts rekening te houden met het feit, dat de voordelen, die het werken in haar dienst met leefs^^T' Ste6^ kl6iner W°rden' waardoor het voor haar aîs weTk- Srîn în dltTht 3 T W°T m6t. het Particuliere bedrijfsleven te con- rreren. In dit hcht zal men de salarisverbeteringen moeten bezien. loonTTTin°hrt°nS Zijn Z'j &etoetst aan de ontwikkeling van het loonbeleid în het part.cuhere bedrijfsleven. Dit loonbeleid in zoverre stîeden^zaaîf tT een, b?leid +kan sPreken is nog steeds een zeer om- eden zaak. De overheid ontbreekt immers de mogelijkheid om de sa- lanssen en inkomens van talloze werkers in het bedrijfslevenTn eîders mnen de Perken te houden. Het gehele overheidspersoneel heeft men evenwel aan de touwtjes. Het kon dan ook niet uitblijven, dat er over de dîTrareg n, Rykscommissie voor georganiseerd overleg en in Lnln vtTw t !g 1S gcdlscussieerd' waarbij men elkaar niet heeft 7™ vinden. Wat willen we er dan in de raad van Heemstede nog over Zef5en' at mag zeker 8*een reprise worden van wat daarover reeds in ontbreken61^^^ Za 1S gesproken- al mag een enkel woord ook hier niet ,^??rakerS-fraCtie 18 van menin&. dat mon een zeker begrip kan hebben de w.jze, waarop de Hinister van Binnenlandse Zaken het gehele vraagstuk heeft aangepakt. Door de omstandigheden, die spreker hier- dîchtT8 h de Minister er niet aan ontkomen in het bijzonder aan- dacht te schenken aan de salanssen van de leidinggevende figuren. Dat een verdere demvellermg hiervan het gevolg moest zijn, is moeilijk te aan- Vaa denhV°f nA van oordeei zijn, dat er nog te grote inkomensver- schillen bestaan. Daar staat echter tegenover, dat van de departementale- provinciale- en gemeente-ambtenaren, die in ieidinggevende en hogere func- t.es werkzaam zijn, in de laatste jaren veel wordt gevraagd. Zij kunnen zich m memf opzicht met figuren uit het particuliere bedrijfsleven meten De °Verheid moet kader kunnen vormen en kan niet met de kneusjes blijven Zte schreef een der Mmisters uit het toenmaiige Kabinet in een part.cuhere correspondentie aan spreker: „Men zou wensen, dat juist de krachten uit een soort roeping of idealisme de overheidsdienst toch wei prefereren boven het particuliere bedrijf, maar dit komt slechts in uit- zonderingsgevallen voor en daarop is geen beleid te bouwen. De Rege- rmg heeft daar nu eenmaal, wil het overheidsapparaat normaai functio- neren en dit is ook een volksbelang rekening mee te houden. Het bezwaar van sprekers fractie tegen de maatregelen is evenwel dat de Mimster teveel naar één kant heeft gekeken. Hij had het ene kunnen doen, zonder het andere na te laten. Spreker denkt hierbij speciaal aan de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1962 | | pagina 10