24 mel 1962. 100 drag dat thans voor het werk van de rentmeester en de boekhouder van het grondbedrijf wordt voorgesteld wel juist is. De Voorzitter antwoordt, dat het werk inderdaad in diensttijd gebeurt. Het komt nogal eens voor, dat de functie van rentmeester van het grond- bedrijf veel tijd in beslag neemt, met als gevolg, dat het werk van de secretaris blijft liggen. Dat moet hij dan mee naar huis nemen om het 's avonds af te maken. Daar komt nog bij, dat deze salarissen gebaseerd zijn op die van 1922. De gemeente-secretaris kon moeilijk zelf naar voren brengen, dat zijn salaris als rentmeester van het grondbedrijf wat achter is gebleven. Burgemeester en wethouders zijn van mening, dat deze sa- larissen, mede in verband met de grote verantwoordelijkheid die aan de functies verbonden is, aan de zeer lage kant zijn. Ir. Kooijmans zegt, dat deze salarisverhoging wordt gevraagd omdat het werk dat is opgedragen aanleiding tot verhoging geeft. Dat is wat anders dan wanneer men zegt, dat het werk buiten diensttijd wordt ge- daan waardoor het extra moet worden beloond. De Voorzitter antwoordt, dat de rentmeester en de boekhouder veel tijd aa.n hun werk moeten besteden. Het voeren van onderhandelingen over grondaankopen en grondverkopen is een zeer verantwoordelijk werk. Zij kunnen door deze functies een groot gedeelte van hun normale werk niet klaar krijgen zodat zij dit in de avonduren moeten doen. Mr. Butgers kan zich bij de redenering van de heer Kooijmans wel aansluiten. Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming vast- gesteld. XXIII. VASTSTELLING 5e WIJZIGING VAN DE VERORDENING TOT REGELING VAN DE AAN HET PERSONEEL VAN DE BRANDWEER TOE TE KENNEN VERGOEDINGEN. Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno. 72. 5e Wijziging van de verordening tot regeling van de aan het per- soneel van de brandweer toe te kennen vergoedingen. De heer Verkouw dient het volgende voorstel in: „Ondergetekenden stellen voor de in de verordening van de aan het per- soneel van de brandweer toe te kennen vergoedingen, bedoeld in artikel 1 en artikel 2, le lid, in plaats van met 5.2 met 10 te verhogen." (get.) mevr. v. d. Meulen, mevr. Cohen, mevr. Vriesendorp en de heren Verkouw, Zegwaart, van der Linden, Scheer, Willemse, Brink en Verhoeven. Spreker meent, dat men deze functies meer moet bezien in hun totaliteit als vragende een volledige dagtaak dan als een nevenfunctie. Spreker meent, dat men de verhoging royaal moet afronden op 10 De heer Brink zegt het voorstel te hebben ondertekend omdat hij van mening is, dat de bezoldiging voor deze functies niet goed genoeg kan zijn omdat dit een taak is op basis van vrijwilligheid. Door de vergoeding te verhogen blijft men dit werk stimuleren. De Voorzitter stelt voor, dit punt een maand aan te houden, opdat bur- gemeester en wethouders hierover kunnen adviseren. Mr. Rutgers wil in het algemeen zeggen, dat hij het niet kan appreciëren als burgemeester en wethouders teveel willen aanhouden. Als de raad, na bestudering van de stukken, een afwijkende mening van burgemeester en wethouders heeft, moet hij ook durven te besluiten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1962 | | pagina 21