77
2e Afd.
28 juni 1962.
BEZOLDIGING DEK WETHOUDEKS.
Aan de Raad,
Bij besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 13 april
1960, no. 401, houdende vaststelling van een regeling betreffende de be-
zoidiging der wethouders van de gemeenten in deze provincie, werd de
jaarwedde van de wethouders der gemeente Heemstede te rekenen met
ingang van 1 januari 1960 bepaald op 6.000,
In een brief van 13 april 1962, no. 200, delen Gedeputeerde Staten mede,
dat naar hun oordeel thans voldoende termen aanwezig zijn voor een ver-
hoging van de bezoldiging der wethouders.
Ten aanzien van de gemeenten met een inwonertal van 24.001 tot en
met 30.000 ligt het in hun voornemen het maximum-bedrag van de jaar-
wedde der wethouders genoemd in artikel 4 van eerdergenoemde regeiing
ingaande 1 januari 1962 te bepalen op 7080,
Overeenkomstig het voorschrift van artikel 100 der gemeentewet ver-
zoeken Gedeputeerde Staten het oordeel van Uw Raad in te winnen om-
trent een herziening van de jaarwedde der wethouders met inachtneming
van het aangegeven maximum.
Wij stellen Uw Coliege voor uit te spreken, dat U een jaarwedde van
7080,voor de wethouders dezer gemeente gerechtvaardigd acht en
daartoe nevensgaand ontwerp-besluit vast te stellen.
het Coliege van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland mede te delen,
dat naar zijn gevoeien de jaarwedde van elk der wethouders dezer gemeen-
te te rekenen met ingang van 1 januari 1962 op 7080,kan worden
benaaid.
Heemstede, 23 mei 1962.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
A. G. A. van Rappard.
De secretaris,
A. van Wingerde.
De Raad der gemeente Heemstede;
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;
Gelet op artikel 100 der gemeentewet;
BESLUIT:
Gedaan ter openbare raadsvergadering van 28 juni 1962.
s, De voorzitter,