OPENBARE VERGADERING
van de Raad der Gemeente Heemstede
op maandag 3 september 1962, des n.m. om 3 uur
3 september 1962.
146
Voorzitter: Mr. A. G. A. ridder van Rappard, burgemeester.
Tegenwoordig zijn de leden: mevr. H. van der Meulen-Houwer, mevr.
H. Cohen-Koster en de heren O. A. Brink, A. C. Hopstaken, P. Kemp, P. J.
van Kesteren, Ir. J. Kooijmans, N. J. van der Linden, Mr. K. A. P. J.
Pliester, Mr J. W. Rutgers, M. D. Scheer, G. M. Schuitenmaker, Th. J. H
Verhoeven, H J. Verkouw, H. D. Vooren, G. J. Willemse, P. Zegwaart
en de wethouders E. J. van Lent en Mr. O. H. van Wijk.
Secretaris: de heer A. van Wingerde.
Afwezig met kennisgeving: mevr. E. M. A. Vriesendorp-de Clercq en de
heer J. C. Corver, wethouder.
De Voorzitter opent de vergadering op de gebruikelijke wijze.
AGENDA:
Afsluiting van de lopende zittingsperiode van de raad.
De Voorzitter stelt aan de orde het onder de omschrijving van het agen-
dapunt begrepen ontwerp-besluit, opgenomen in de gedrukte stukken onder
volgno.
102. TOEKENNING VAN DE GOUDEN EREPENNING DER GE-
MEENTE HEEMSTEDE AAN WETHOUDER E. J. VAN LENT.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
De Voorzitter verzoekt het oudste raadslid, de heer van der Linden en
het jongste raadslid, de heer Vooren, alsmede de gemeente-secretaris, de
heer en mevrouw van Lent en hun kinderen binnen te leiden.
Na de begroeting zegt de Voorzitter:
Deze buitengewone raadsvergadering heeft een bijzonder doel. De agen-
da die tijdens mijn vakantie is samengesteld, zou ik enigszins anders heb-
ben geredigeerd. Wij zijn hier aanwezig om afscheid te nemen van de
raadsleden die niet meer terugkeren en onder deze raadsleden is er één, die
30 jaar de gemeente als raadslid heeft gediend, waarvan bijna 17 jaar als
wethouder. Toen er bij mijn terugkeer van vakantie moeilijkheden rezen
doordat de K.L.M. mij in de steek liet, verkeerde ik in grote ongerustheid
dat ik deze vergadering niet zou halen. Want het was voor mij een be-
hoefte om hier vandaag de spreekbuis te zijn van de raad der gemeente
Heemstede om hem, die gedurende tal van jaren zijn beste krachten aan
deze gemeente heeft gegeven, in het zonnetje te zetten. Ja, meneer van
Lent, die zon schijnt misschien niet in Uw hart en ik kan begrijpen, dat U
misschien gehoopt hebt, dat deze dag niet zo officieel zou veriopen omdat
U het liefst met stille trom waart vertrokken, maar dan zou er een grote
fout gemaakt zijn. Wij hebben n.l. de innige behoefte om U te danken voor
het vele dat U in de afgelopen tijd voor de gemeente heeft gedaan. Ik heb
U niet gekend toen U als raadslid werd gekozen. Wel bent U de eerste ge-
weest die mij bij mijn installatie als burgemeester hebt begroet. De wijze
waarop U mij toen hebt ontvangen en mij hebt gesteund, heeft een diepe
indruk op mij gemaakt. U hebt in dat zgn. stadhouderloze tijdperk mede
de taak van de burgemeester vervuld. Gij zijt ambitieus en bekwaam en
U bent begiftigd met een uitermate goed verstand, bezit humor, kortom