3 september 1962. 152 door daden die nog Iang van zich zullen doen spreken getoond heeft wat hij waard was. Onder de grote plannen die de heer van Lent heeft mede helpen ontwer- pen is het plan voor het nieuwe stadhuis. De voorzitter heeft het zojuist nog even genoemd. Het is wel niet zo, dat, als dat stadhuis er zal zijn, we Uw eollege nu zouden gaan adresseren zoals Christiaan Huygens deed in zijn „Gheluck aan de E.E. Heren Regierders van Amsterdam in haer Nieu- we Raedhuis": ,,Doorluchte Stichteren van 's Werelds Achtste Wonder Van soo veel steens omhoogh, op soo veel houts vanonder." „Zo veel houts van onder" zal hier op de zandgrond wel niet nodig zijn, maar toch wil ik de hoop uitspreken, dat we iets dergelijks zullen gaan dichten als het nieuwe Raadhuis er is. En nu wil ik de heer van Lent en zijn vrouw toewensen dat ze de opening en de oprichting van dat nieuwe raadhuis nog meemaken in goede gezondheid. In mijn gedachten betekent dat, dat ik ze nog een heel lang gelukkig leven toewens, want ik zie dat Raadhuis voorlopig nog niet verrijzen. Ik dank U voor Uw aandacht." Mevrouw van der Meulen zegt: „Gaarne wil ik namens mijn fractie een enkel woord tot de scheidende wethouder spreken. Van harte sluit ik mij aan bij alle woorden van dank en waardering die door de burgemeester en volgende sprekers zijn gespro- ken. Wanneer ik zou trachten alles te herhalen zou dit slechts een ver- zwakking zijn van hetgeen is gezegd en daarom beperk ik mij tot het mij aansluiten bij al deze goede woorden. Sinds 1959 had ik het voorrecht zit- ting te hebben in de commissies voor de volkshuisvesting en van openbare werken, waarvan de heer vanLent voorzitter was.Dat zijn belangrijke com- missies en in die commissies heb ik heel veel geleerd. Ik heb ook vaak ge- dacht: wat heeft de heer van Lent een veel omvattende taak. Ik ben voor de aardigheid eens gaan tellen hoeveel voorstellen in de loop van het jaar 1961 van de zijde van de heer Van Lent de raad hebben bereikt. Het waren er 56. Geen klein getal! Wanneer ik dan denk aan de vele jaren dat hij het wethouderschap heeft bekleed en ik ga een vermenigvuldigsommetje maken want ik was niet zo vlijtig om alle jaren te gaan tellen dan kom ik tot een getal van 800 900 voorstellen. Dit waren niet alleen kleine voorstellen over een verbetering hier of daar, maar vaak zeer uitgebreide onderwerpen waaraan hij zeer zeker heel veel werk heeft gehad voordat zij rijp waren voor behandeling in de commissies en in de raad. Zijn voor- stellen waren gedegen en doordacht. Daarnaast had hij nog de zorg voor de plantsoenen en Groenendaal met kweektuin en kinderboerderij. Het was alles heel veel. Bovendien hebt U meneer van Lent toch ook in het college van burgemeester en wethouders Uw aandacht moeten geven aan de on- derwerpen die niet rechtstreeks onder U ressorteerden maar waarvoor U toch mede verantwoordelijk was en waarvoor U dat weet ik zeker de verantwoording ten volle hebt genomen. Het zal moeilijk voor U zijn dit werk aan anderen over te laten, juist nu er weer zoveel grote plannen in voorbereiding zijn. Maar het moet U toch ook wel een beetje rust geven, dat de volgende 8 900 voorstellen door Uw opvolger aan de raad zullen worden voorgelegd en niet alleen U zal het rust geven, maar ook mevr. van Lent. Uw man zal zich nu eindelijk eens wat kunnen ontzien. Ik hoop meneer van Lent, dat U nog vele jaren de beraadslagingen in deze raad en de handelingen van burgemeester en wethouders met belangstelling zult willen volgen. Ik weet zeker dat U dat zult doen. Ik weet ook, dat men nog wel eens om een adviesje bij U zal komen en dat U dat van harte graag zult geven. En wanneer U ons in ons werk volgt dan hoop ik, dat het heel vaak mag zijn met een goedkeurend knikje van de man van ervaring."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1962 | | pagina 7