191 25 oktober 1962. leuning- in het midden een ander aanzien krijgen. Hiermede wordt dus voorkomen, dat men als het ware tegen een muur aanziet. Spreker weet nu hoe hij straks zal stemmen. De heer Brandsma merkt op, dat, wanneer de wethouder zegt dat spre- ker nog niet overtuigd is, dit toch wel een beetje vrije vertaling is van hetgeen spreker dacht gezegd te hebben. Spreker heeft ernstige twijfel geuit over het goede resultaat van de voorgestelde wijziging aan de brug. AIs men zegt, dat een open vleugel altijd meer doorzichtbaar zal zijn dan een dichte vleugel, dan gelooft spreker, dat men het daar wel over eens kan zijn. Spreker dacht zelf de situatie ook behoorlijk te hebben bekeken. Hij heeft de overtuiging gekregen, dat, wat de voorstanders zich van deze wijziging voorstellen, niet bereikt zal worden. Spreker heeft gesugge- reerd, of het niet verstandig zou zijn, dit voorstel één vergadering aan te houden teneinde de commissie van openbare werken nog eens gelegenheid te geven de zaak te bekijken. Spreker sluit zich graag aan bij hetgeen de heer van der Linden als voorstander van het voorstel heeft gezegd, n.l. om samen met de deskundigen, spreker denkt hierbij aan de directeur van openbare werken en aan de hoofdinspecteur van politie, nog eens na te gaan of geen andere oplossing mogelijk is die meer resultaat zal geven. De heer van der Hulst zegt, dat de wethouder zojuist heeft betoogd, dat men waarschijnlijk niet zo spoedig aan een voorziening met verkeerslich- ten toe zal zijn. Spreker vreest echter, dat de raad over een jaar voor een nieuwe krediet-aanvrage geplaatst zal worden om daar toch verkeers- Iichten aan te brengen het autoverkeer neemt bijzonder snel toe omdat verkeerslichten toch wel een betere voorziening zullen vormen. Er is een mogelijkheid om deze lichten van 's morgens 7 tot 's nachts 12 uur constant groen-rood te laten branden. Ir.Kooijmans is door hetgeen de wethouder aangevoerd heeft niet over- tuigd, temeer niet als deze uitgaat van omstandigheden, waarbij men zich niet aan de verkeersregel houdt. Spreker stelt de vraag welke de mening is van de verkeerspolitie. Wel is er een rapport van de politie bij de stuk- ken, doch dit beperkt zich naar hij meent tot de opmerking, dat het even- tueel aanbrengen van verkeerslichten niet bemoeilijkt wordt door het weg- nemen van de brugvleugels. Mevr. Cohen zegt, dat de wethouder haar heeft overtuigd, omdat hij heeft gezegd, dat deze zaak toch later zal moeten gebeuren. Zij meent, dat het dan maar beter is het meteen te doen. Het zal toch wel iets verbe- tering geven. Spreekster hoopt, dat ook de verkeerslichten er zullen ko- men. Nu de zaak zo ligt is zij bepaald vöér het voorstel van burgemeester en wethouders. De heer Scheer zou toch, gehoord de besprekingen, willen voorstellen de zaak aan te houden. De heer Zegwaart heeft gelijk als hij zegt, dat in de vergadering van de commissie voor openbare werken om een tekening is gevraagd. Eergisterenavond lag die tekening echter nog niet bij de stukken. Spreker vraagt deze zaak nog eens rustig te bekijken. Dit heeft werkelijk geen haast. Het gaat altijd nog om een bedrag van f 7400,en spreker heeft er bezwaar tegen dit bedrag uit te geven als het geen baat heeft. Hij geeft graag 4 maal zoveel uit als er werkelijk een verkeers- verbetering wordt bereikt. Spreker doet het voorstel dit punt aan te hou- den. Ir. Enschede zegt, ook ter plaatse de situatie te hebben bekeken. Daar nu enigen o.m. hebben gezegd, dat de kosten niet verantwoord zouden zijn, wil spreker verklaren, dat hij het met de argumentatie van de wet- houder eens is. Hij zou zelfs verder willen gaan. Hij zou wanneer daartoe de gelegenheid nog bestaat een onderzoek willen bepleiten naar de moge-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1962 | | pagina 10