197
25 oktober 1962.
aehten. Spreker meent, dat hctgeen de heer Minderop heeft uiteengezet
aanleiding geeft tot deze vraag. Een besluit kan immers wel verantwoord
zrjn en toch het rechtsgevoel niet bevredigen.
De heer Verhoeven zegt, dat het niet de eerste keer is dat van gemeen-
tewege een bepaalde interpretatie van een uitbreidingsplan wordt gege-
f.n heeft zich zelfs wel eens een keer vergist in de geldigheid van
uitbreidingsplannen. In de nadere toelichting die de heer Peeperkorn heeft
gegeven zegt hij, dat burgemeester en wethouders spreken van een woon-
huis aan de Blekersvaartweg 52, maar hij meent dat dit moeilijk een
woonhuis kan zijn, want een woonhuis heeft niet een diepte van 30 meter.
bpreker vraagt of, ingeval burgemeester en wethouders na bestudering
van de stukken toch nog tot de conclusie zouden komen dat perceel Blee-
kersvaartweg 52 niet een woning maar een bedrijfspand is geweest, zij
met zullen zeggen, dat overeenkomstig artikel 4 van de verordening tot
uitoefenen van winkel- en andere bedrijven de beroepstermijn is ver-
streken. Dat zou spreker wel graag willen voorkomen. Hij is wel van me-
mng dat, naar zijn vrij beperkte juridische kennis op dit gebied toelaat te
oordelen, mderdaad deze zaak juridisch volkomen juist is beoordeeld.
Wethouder Mr. van Wijk is de heer Minderop dankbaar voor zijn steun
aan het voorstel gegeven, d.w.z. dat hij, wat de juridische zijde van de
zaak betreft, het er wel mee eens is. Verder heeft hij de correspondentie
geiezen die în deze is gevoerd. Nu wil het spreker voorkomen dat deze
zoals de meeste correspondentie, wel wat uitvoeriger had kunnen zijn'
maar dat de m dit geval bedoelde lezer van de correspondentie, wel erg
naar zich toe heeft gelezen. Wanneer geschreven wordt: „Ten einde de
mdustrie aan de Blekersvaartweg gelegenheid tot uitbreiding te geven",
dan îs dat naar sprekers mening maar op één manier te lezen n 1 dat dé
daar bestaande industrie zich mag uitbreiden. Hierbij is geen plaats om te
denken aan industrie die na wijziging van het uitbreidingsplan zou kunnen
komen. Spreker gelooft, dat een lezer te goeder trouw daaruit leest, dat
als hrj daar mdustrie heeft, hij het voordeel geniet dat er heel diep ge-
bouwd mag worden. Daarom is de achtergevelrooilijn zover naar achteren
geplaatst. Nu zal er tussen al die industrie iemand wonen. Deze zou vol-
gens de redenering van de heer Peeperkorn, zich op het standpunt mogen
stelien, dat, nu de achtergevelrooilijn op 30 meter van de weg is bepaald
zrjn terrein industrieterrein is geworden. De 3 percelen waar het over gaat
Blekersvaartweg 52, 53, 54 waren ten tijde van de vaststelling van de ach-
tergevelroorlrjn ais woonhuis in gebruik en zijn tot voor kort als zodanig
m gebruik geweest. Hoogstens zou men kunnen redeneren, dat het geoor-
loofd îs het woonhuis 30 meter diep te bouwen. Daar zou z.i. weinig tegen
te zeggen zijn. De heer Peeperkorn wil eigenlijk van 2 walletjes eten. Aan
en® hant hli dat er gcën bestemming is gegeven aan de percelen
waar het over gaat en aan de andere kant redeneert hij, dat zij op grond
van het uitbreidingsplan, de bestemming van industrieterrein hebben
Spreker wil er nog op wijzen, dat een uitbreidingspian op grond van een
verordening die betrekking heeft op een achtergevelrooilijn, en nog minder
op grond van een brief van burgemeester en wethouders want daar
komt het eigenlijk op neer niet kan worden gewijzigd. Wanneer men de
procedure in deze enigszins kent of zich daar in wil verdiepen, zal men
de conclusie moeten komen, dat het nooit de bedoeling kan zijn ge-
weest op deze wijze de bestemming van het terrein te wijzigen.
Spreker gelooft niet dat in deze door het gemeentebestuur verwachtin-
gen zfjn gewekt als door de heer Peeperkorn bedoeld. Er is bij het college
nooit een constante opvatting geweest dat dit terrein industrieterrein zou
zijn. Het is zelfs zo, dat juist door de voorgestelde herziening van het uit-
breidmgsplan requestrant de kans krijgt die hij wil hebben. Men zou hem
zelfs niet kunnen tegemoet komen zonder die herziening. Laat hij die her-