JY: voorschot aan bijzondere kleuterscholen over
1961 OP OVERSCHRIJDINGSVERGOEDING EXPLOITATIEKOSTEN
185
25 oktober 1962.
III. VOORLOPIGE VASTSTELLING BEDRAG UITGAVEN VOOR
OPENBAAR KLEUTERONDERWIJS OVER 1961.
Het ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno.
112. Voorlopige vaststelling bedrag uitgaven voor openbaar
kleuteronderwijs over 1961.
De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor het onderwiis zich
hiermede kan verenigen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
onc^r volgrio81 m8t ontwerp"besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
113. Voorschot aan bijzondere kleuterscholen over 1961 op
overschrijding vergoeding exploitatiekosten.
De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor het onderwiis zich
hiermede kan verenigen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
V. AANSCHAFFING BOEKEN TEN BEHOEVE VAN DE
LEESZAAL EN BIBLIOTHEEK.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
114. Aanschaffing boeken ten behoeve van de leeszaal en bibliotheek.
cJl' K°0ijma,y heeft met. belangsteiling het rapport van de directrice
geiezen înzake het beleid bij de aanvulling en vervanging van boeken. Zii
spreekt daarm van het afvoeren van boeken, terwijl burgemeester en wet-
houders spreken van het vervangen van boeken. Nu kan men op tweeërlei
wijzen vervangen. Wanneer een boek oud is, liever gezegd verbruikt is
dan kan hetzelfde boek opnieuw worden aangeschaft, terwijl men eerî
boek wanneer het verouderd is, ook kan vervangen door een modern ander
boek. Spreker weet niet wat er nu precies wordt bedoeld.
De berekening die de directrice maakt is zodanig, dat men eigenlük een
wat scheef beeld krijgt. Zij gaat uit van het standpunt, dat de laatste
jaren met slijtage en veroudering van de boeken onvoldoende rekening is
gehouden en komt daardoor tot een bedrag voor aanschaffing en vervan-
gmg van boeken dat hoger ligt dan de laatste jaren het geval was. Voorts
zegt ze, dat de bibliotheek goed van boeken voorzien is, maar de uitleen-
frequentie klein. Men houdt als norm aan, dat jaarlijks van de studie-
boeken 10 van de romans 15 en van de jeugdboeken 25 moet
worden vermeuwd. Wanneer men deze regel van 10,15 en 25 toepast
aldus vraagt spreker, van welke uitleenfrequentie is men dan uitgegaan'
Spreker heeft geen bezwaar tegen het gevraagde krediet, maar hii heeft
geen juist beeld gekregen van het beleid van de directrice.
Wethouder Corver kan de uitleenfrequentie in decimalen niet direct
zeggen. bpreker kan wel aangeven wat eigenlijk de bedoeling van dit kre-
diet îs. De directrice heeft per jaar een krediet voor de normale aanvul-
ling en vervanging van boeken. Het laatste betreft vervanging van exem-
plaren die versleten zijn. De directrice is tot de conclusie gekomen dat de
aanvuliing van de boekenvoorraad de laatste jaren ten achter is geraakt
hetgeen zij niet verantwoord acht. Zij heeft nu een extra krediet ge-
vraagd om, niet în één keer maar na verloop van niet al te lange tijd, een