189 25 oktober 1962. die hij zojuist heeft beluisterd. Het is hem wel opgevallen, dat de vleugel- muren en vooral de verdikking daarin, een heel groot deel van het uitzicht benemen. Niet de dichtsbijzijnde muurvleugel belemmert het uitzicht, maar de vleugel aan de andere kant van de brug. Het is waarschijnlijk wel zo, dat het weghalen van deze vleugels niet een zodanige oplossing geeft, dat de moeilijke verkeerssituatie daar is opgelost. Spreker neemt echter aan, dat deze situatie door de verkeersdeskundigen van de gemeen- te toch wel uit en te na zai zijn bekeken, alvorens het college te adviseren dit voorstel te doen. Spreker is er geen tegenstander van om dit punt aan te houden, mogelijk dat er nog een betere oplossing is, hoewel spreker die niet direet ziet. Hij acht het mogelijk, dat, wanneer deze vleugels eenmaal weg zijn, er nog meer verbeterd kan worden. Voor directe oplos- sing wil hij met het voorstel van burgemeester en wethouders meegaan. Wethouder Mr. van Wijk lijkt het niet verbazingwekkend, dat er ver- schillende meningen bestaan over de eventueel te verkrijgen verbetering door de verwijdering van de vleugels van deze brug. Het college is toch in deze vergadering met dit voorstel gekomen omdat naar de mening van het college een ieder voldoende tijd had om, al is het dan maar één uur vöör de vergadering, te gaan kijken hoe de situatie daar is en dat daar dus eigen- lijk geen maand voor nodig was.Het is een kwestie van persoonlijk in- zicht. Spreker heeft een dag voor de vergadering de vier kanten van deze brug bekeken. Hij wil vooropstellen, dat het college met het nemen van deze maatregel ook niet ziet dat hiermede de zaak afdoende opgelost is. Wêl heeft hij uit het gesprokene begrepen, dat in elk geval een verbetering ontstaat, althans de meeste sprekers hebben dit wel laten doorschemeren, en andere sprekers hebben gezegd, dat hier inderdaad een moeilijke situa- tie ligt. Het college stelt zelf, dat deze oplossing niet ideaal is, d.w.z. dat niet alle moeilijkheden hiermede zullen zijn verdwenen, maar wel diverse moeilijkheden. De heer Brandsma is nog niet helemaal overtuigd van de juistheid van de te treffen maatregel. Hij ziet er ook wel een verbetering in, maar hij vraagt zich af of het nu wel helemaal in orde komt en of we niet eens moeten kijken of er geen andere oplossingen zijn. Spreker gelooft, dat daarover niet lang gepraat behoeft te worden, want er zijn op het mo- ment, voor zover het college kan zien, geen andere middelen om hier de situatie te verbeteren. Naar aanleiding van het gesprokene door de heer Scheer zegt spreker, dat het er maar van afhangt in wat voor soort auto men rijdt. Spreker kan zich voorstellen, dat, als men een kleine auto heeft, waarbij men vrij ver naar voren zit, men een beter uitzicht heeft dan wanneer men, zoals spre- ker, een vrij ruime auto heeft, waarbij men veel meer naar achteren zit. Spreker had geen uitzicht langs de pilaar, hij had geen last van de olifant Jansen want hij zag die nauwelijks. Wanneer er een file auto's staat, heeft de tweede wagen de neiging, wanneer de eerste wagen wegrijdt, niet voor de streep te stoppen, maar achter de eerste wagen aan te rijden. Het is de vraag of dat mag. Spreker vindt het persoonlijk een beetje knullig om na twee meter alweer te stoppen en dan weer te gaan rijden. De praktijk leert, dat de eerste twee wagens doorrijden als de voorste gaat rijden. Inderdaad ondervindt het verkeer komende van Haarlem, het meeste gevaar. Voorts is er nog gesproken over het plaatsen van verkeerslichten. Het zal vrij moeilijk zijn hiervoor de juiste oplossing te vinden en het zal eventueel een tijd duren voor deze kunnen worden aangebracht. Spreker neemt aan, dat verkeerslichten niet dag en nacht groen-rood zullen wer- ken, maar in de avonduren met geel knipperlicht. Dan krijgt men weer de moeilijkheid, dat in de avonduren precies dezelfde situatie ontstaat die men nu heeft.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1962 | | pagina 8