30 november 1962.
207
vechten om haar taak goed te kunnen vervullen en Zij zegt het zelf: ik
ben geestelijk gegroeid en daardoor heb ik het kunnen volbrengen.
Ik vind het toch wel goed U op dit ogenblik een bladzijde voor te lezen
uit het boek „Eenzaam maar niet alieen". In de inleiding daarvan spreekt
Zij over de grote figuur van onze nationale historie Willem de Zwijger.
En dan zegt Zij dingen die, naar ik geloof, toch ten zeerste slaan op Haar-
zelf. Zij schrijft dan: „Er zijn tijden waarin wij als vanzelf voelen, dat
alles is vastgelopen en het zô niet verder kan gaan, dus dat de historie
in een beslissend tijdsgewricht is komen te verkeren. Het is opmerkelijk
hoe in de loop der geschiedenis, er juist in die tijden figuren verschijnen
die het verlossende woord spreken en de verlossende daad of daden ver-
richten, die het Iot der volkeren in nieuwe banen sturen. Door de bestaande
gedachtenwereld en de omstandigheden van het ogenblik heenziende, ont-
waren deze uitzonderlijk scherpzienden en fijnbesnaarden het beeld van
de toekomst. Uit hun geest komen gedachten voort, die hun tijd ver voor-
uit zullen blijken te zijn. Door deze te verkondigen en door voor te gaan
bij hun toepassing, zetten zij de eerste schreden op de weg die leidt tot
verwezenlijking daarvan. Wat ik hier opmerk is niet te verklaren uit een
toevallige samenloop van omstandigheden. Het is de wil van die Hoge
Wijsheid, die, zonder dat de mensen die de geschiedenis maken zich er
van bewust zijn, de historie bestiert door de mensen, die Zij zendt om
het Goddelijk beleid ten uitvoer te brengen. Eén, die de toekomst in dit
licht heeft leren zien en haar heeft leren begrijpen, is de man ik zou
dus nu ook willen zeggen de vrouw die er plotseling was toen ons Va-
derland de bange uren van zijn geboorte door moest maken."
Dames en Heren, hoevele bange uren zijn er voor Haar geweest in de
50 jaren die zijn voorbijgegaan! Hoe ongelooflijk zijn de veranderingen
geweest die in ons maatschappelijk bestel moesten worden aangebracht.
Onwillekeurig denk ik terug aan de tijd toen ik zelf jong was, aan die
tijd van revolutie, toen de Vorsten van hun tronen stortten. Ook in ons
land is het Vorstenhuis even in gevaar geweest, maar het Nederlandse
Volk heeft begrepen, dat onze Koningin, het Huis van Oranje, voor Neder-
land moest worden behouden. Zij is het geweest die, ook juist door haar
streng constitutioneel gevoel, de mogelijkheid heeft geschapen, dat onze
maatschappij zich kon evolutioneren. Zij is een grote figuur geweest. Er
is ook kritiek op Haar geweest. Zij leefde in een andere tijd dan wij
heden. Zij is geweest voor ons allen als een rots in de branding. En dan
denk ik onwillekeurig terug aan de tijd van de bezetting. Als men haar
vertrouwde stem uit Londen hoorde, dan wist elkeen dat de Koningin zou
vechten tot de eindoverwinning.
De geestelijke groei waarvan ik in het begin van mijn woorden sprak,
heeft zich voornamelijk ook gemanifesteerd in de bezettingsjaren Het
is ongelooflijk veel wat Zij toen voor ons land heeft weten te bereiken.
Zij is nu heengegaan. Eens komt voor ieder mens het ogenblik dat hij of
zij afscheid van het leven moet nemen. Ik geloof, dat, ondanks het
verdriet en de leegte die in ons hart is, één gevoei eigenlijk moet over-
heersen, n.l. een groot gevoel van dankbaarheid, dat 50 jaar lang de troon
van Nederland werd ingenomen door zulk een Vrouw. Door zulk een Vrouw,
die haar kracht gevonden heeft in haar sterk geloof. Want ik geloof niet,
dat Zij haar taak ooit had kunnen volbrengen als Zij dat niet had gehad.
In deze tijd, waarin zovelen proberen te komen tot toenadering van de
verschillende godsdiensten, is het goed om ook te memoreren, dat Zij het
altijd geweest is, die gewerkt heeft om een beter begrip tussen de
christenen te doen ontstaan en de weg te wijzen die wij allen in de toe-
komst zullen moeten gaan. Ik wil dan besluiten met U een zelden ge-
zongen of gememoreerd couplet van ons aloude Wilhelmus voor te lezen,
dat toch ten deze ten zeerste op zijn plaats is.