28 februari 1963 32 21. Stichting transformatorstation nabij de César Francklaan. De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor de bedrijven zich hier- mede kan verenigen. Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. VII. 4e WIJZIGING DER VERORDENING REGELENDE DE BEZOL- DIGING DER AMBTENAREN OP JAARSALARIS. Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno. 22. 4e Wijziging der verordening regelende de bezoldiging der ambtenaren op jaarsalaris. De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor het georganiseerd overleg zich hiermede kan verenigen. Ir. Kooijmans zou iets willen opmerken over de procedure die wordt gevolgd bij de behandeling van de zaken in de commissie van overleg. De commissie bestaat uit vertegenwoordigers van de bonden en een aantal raadsleden. Nu is sprekers indruk, dat elk woord dat door de raadsleden in de commissie wordt gezegd spreker wil niet zeggen gevaarlijk maar ongewenst is. De positie van de raadsleden is in die commissie zeer moeilijk. Wanneer een voorstel van burgemeester en wethouders wordt besproken, is het voor een raadslid, als hij het er niet mee eens is, zeer moeilijk uiting te geven aan zijn bezwaren. Wanneer hij het er mee eens is, hoeft hij niets te zeggen. Komt er een voorstel in bespreking van de zijde van de bonden, dan is het voor een raadslid ook moeilijk om daar wat van te zeggen omdat hij niet weet wat de reactie van de zijde van burge- meester en wethouders zal zijn. Zelfs de wethouder (voorzitter) kan niet zeggen of hij het er al dan niet mee eens is, omdat hij niet weet hoe het college van burgemeester en wethouders over de zaak zal besluiten. Spre- ker vraagt of het niet beter zou zijn, na afloop van de vergadering, nadat dus de raadsleden hebben gehoord wat er gezegd is, een vergadering te houden van de wethouder met de raadsleden van de commissie. Het beraad kan dan gebeuren in een vertrouwelijke sfeer, er kunnen allerlei gegevens worden verstrekt en er kunnen bezwaren worden ingebracht. Hierdoor zal de verantwoordeiijkheid van de raadsleden in deze zaken meer tot haar recht komen. Spreker weet niet hoe dit in andere gemeenten is geregeld maar de bestaande toestand acht spreker ongewenst. De heer Verhoeven zegt geen deel uit te maken van bedoelde commissie maar spreker vindt hetgeen de heer Kooijmans heeft gezegd, toch wel vreemd. Hij doet het n.l. voorkomen alsof een raadslid de mening van burgemeester en wethouders dient te verkondigen. Spreker dacht, dat een raadslid toch altijd nog een vrije burger was die er een eigen opinie op na mocht houden, ongeacht de omstandigheden waarin hij verkeert. Als een raadslid het niet met burgemeester en wethouders eens is, vindt spreker het helemaal niet erg als hij dat zegt. De heer Verkouw kan zich voorstellen, dat het college over de punten die door de heer Kooijmans ter tafel zijn gebracht, zal willen denken. Spreker heeft de indruk, dat de fracties er net zo over denken. Spreker heeft er ook wel eens over nagedacht, dat men als raadslid in de commissie voor het georganiseerd overleg in een vrij moeilijke positie verkeert. Hij gelooft dat het in weinig gemeenten gebruikelijk is, dat de raadsleden in die commissie aanwezig zijn. Bij het rijks-georganiseerd overleg en voor zover spreker weet bij het provinciaal-georganiseerd overleg is het ook niet gebruikelijk. Spreker heeft er echter altijd met genoegen bij gezeten en hij heeft er ook niet het zwijgen toe gedaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1963 | | pagina 5