59
4e afd.
30 mei 1963
OVERNAME ONDERHOUDSPLICHT
GEDEELTE LEIDSEVAARTWEG.
Aan de Raad,
Op 28 juli 1927 besloot Uw Raad de gemeente Amsterdam vergunning te
verlenen tot het hebben en houden van de zogenaamde „Waterleidingbrug
over de Leidsevaart. ,_ivi
In de vergunning werd o.m. als voorwaarde opgenomen, dat de opritten
van de brug door de gemeente Amsterdam moesten worden onderhouden
Laatstgenoemde gemeente staat dan ook in de wegenlegger opgemaa
ingevolge de Wegenwet op 27 januari 1937, als onderhoudsplichtige aange-
g6Biin overeenkomst d.d. 3 april 1959, gesloten ter uitvoering van Uw be-
sluit d.d. 26 juni 1958, no. 86, is bedoelde brug met een perceel grond ge-
legen in de Rivierenbuurt, van de gemeente Amsterdam gekocht. Bij deze
koop is de onderhoudsplieht voor de opritten van de brug, welke geldt
voor de volle breedte van de weg over een lengte van 90 meter, met ter
sprake geweest, zodat deze nog steeds rust op de gemeente Amsterdam.
Wii achten het een logische consequentie van de eigendomsoverdracht
van de brug, dat ook de onderhoudsplicht van de opritten door onze ge-
meente wordt overgenomen.
Wii stellen U derhalve voor bovengenoemde onderhoudsplicht ten iaste
van onze gemeente te brengen en bieden U daartoe bijgaand ontwerp-
besluit ter vaststelling aan.
Heemstede, 22 mei 1963.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
A. G. A. van Rappard.
De secretaris,
A. van Wingerde.
De Raad der gemeente Heemstede;
gelet op het advies van burgemeester en wethouders d.d. 22 mei 1963,
mede gelet op artikel 20 van de Wegenwet;
BESLUIT:
het onderhoud van het gedeelte Leidsevaartweg tussen 1868 meter en
1958 65 meter, gemeten over het lengteprofiel van de weg vanaf de ge-
meentegrens Bennebroek-Heemstede, tot op heden rustend op de gemeente
Amsterdam, ten laste der gemeente Heemstede te brengen.
De voorzitter,
secretaris,