60 4e afd. 30 mei 1963 8e WIJZIGING ALGEMENE POLITIEVEKORDENING. Aan de Raad, 1 Vooral gedurende de zondagen worden de straten in de omgeving van het sportpark ontsierd door fietsen en bromfietsen, welke zeer ten ongerieve van de bewoners, door bezoekers van sportwedstrijden tegen tuinhekken e.d. worden geplaatst. Deze wijze van doen is kennelijk een gevolg van gemakzucht, aangezien een groot deel van de aanwezige nj- wielstalling ongebruikt gelaten wordt. Wij achten het ter beperking van de overlast, die de omwonenden hier- door ondervinden en ter bescherming van de eigendom gewenst, dat m de Algemene Politieverordening een bepaling wordt opgenomen, welke het plaatsen van fietsen en bromfietsen tegen huizen en hekken tegen de wil van de bewoner verbiedt. Een bepaling in deze geest zal ook elders in de gemeente van nut kunnen zijn. Wij stellen U voor de Algemene Politieverordening mét de door ons be- doelde bepaling aan te vullen. 2 De sterke toeneming van het watertoerisme heeft voor onze gemeen- te 0.a. dit gevolg gehad, dat in vrijwel alle openbare en particuliere wate- ren met kleine of grotere vaartuigen ligplaats wordt ingenomen, in het bijzonder gedurende de zomermaanden. Wij hebben de laatste jaren steeds sterker het ontbreken van een be- voegdheid om ter zake ordenend op te treden als een gemis gevoeld. In het bijzonder denken wij hierbij wel aan de situatie, zoals deze zich s zomers in de Van Merlenvaart voordoet, waar het ligplaats hebben zich steeds verder ontwikkelt tot een oeverrecreatie, welke een slordige aanblik geeft en steeds uitgebreider vormen aanneemt. Daarbij is het gevaar niet denk- beeldig, dat een en ander uitgroeit tot een permanente vestiging van ,,toe- risten" ook gedurende de wintermaanden. In de gevoelde behoefte zou worden voorzien, indien U in de Algemene Politieverordening een bepaling zoudt opnemen, krachtens welke het ver- boden is zonder onze vergunning ligplaats in te nemen met of toe te staan aan toeristische vaartuigen. Wij stellen ons voor, indien U het bedoelde verbod uitvaardigt, waar enigszins mogelijk aan rechthebbenden op oevergronden toe te staan aldaar hun eigen boten te meren. Voorts zullen wij deze bevoegdheid hanteren bij het beheer van de jachthaven, waar wij tot nu toe alleen privaatrechtelijk kunnen optreden. Ook een bevredigender politietoezicht op het mnemen van ligplaats wordt door de verbodsbepaling mogelijk, aangezien wij aan de ligplaatsvergunningen voorwaarden kunnen verbinden, op de naleving waarvan de politie controle kan uitoefenen. Wij stellen U daarom voor de bedoelde bepaling in de Politieverordenmg op te nemen. 3. In het najaar van 1962 heeft een vrij felle, uitslaande brand gewoed in één der houten gebouwen van de inrichting Meer en Bosch alhier. De brand was veroorzaakt door het afbranden van verf van de houten bui- tenwanden met een verfbrander, waarbij kennelijk onvoldoende voorzorgs- maatregelen waren genomen. Het afbranden van verf is nooit geheel zonder gevaar en in alle om- standigheden is het nemen van de nodige veiligheidsmaatregelen een eer- ste vereiste. In veel gemeenten zijn deze werkzaamheden dan ook aan een vergunning gebonden. In Heemstede is dit nog niet het geval, doch gelet op de jongste ervaringen lijkt het ons gewenst dat ook hier een dergelijk vergunningstelsel wordt ingevoerd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1963 | | pagina 15