80 30 mei 1963 Ir. Enschedé zegt, dat niet in het besluit staat dat ze verouderd en versleten zijn. Wethouder Corver antwoordt, dat het .bovendien gaat om een verander- de vormgeving van de stoeltjes. Spreker zal voortaan meer biologisch om- schrijven waarom stoeltjes vervangen dienen te worden. Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming vast- gesteld. VII. BENOEMING HOOFD CRAIJENESTERSCHOOL. De voordracht is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno. 56. Benoeming hoofd Craijenesterschool. Mevr. Vriesendorp zegt, dat het hier een heel belangrijke benoeming betreft die helaas nogal wat stof heeft doen opwaaien. De gang van zaken is zo geweest, dat dit punt niet op de agenda van de cnderwijscommissie voorkwam. Door de wethouder is gezegd, dat het onzin zou zijn om daar °ver te praten, maar bij de rondvraag is dit punt toch ter sprake geko- men. Spreekster heeft begrepen, dat al omstreeks 3 4 weken geleden verschillende sollicitanten door de wethouder met de inspecteur van het onderwijs zijn bezocht en in hun werk beoordeeld. Het zou dus wel mo- gelijk zijn geweest de onderwijscommissie tijdig bij elkaar te roepen om hierover te praten. De overgelegde sollicitaties hebben in spreeksters frac- tie de mening doen ontstaan, dat no. 2, op grond van zijn sollicitatiebrief een betere indruk gaf dan no. 1, waarom de wethouder gevraagd is meer- dere inlichtingen over no. 1 te verstrekken. Helaas zijn die niet voldoende verschaft, zodat het nu zo is, dat niet eerlijk gestemd kan worden. Per- soonlijk vindt spreekster het erg moeilijk om, alleen hierop afgaande, te kiezen. Zij begrijpt best, dat het voor de onderwijscommissie niet mogelijk is de sollicitanten in hun klas te bezoeken. Dat is ook niet de bedoeling, maar in dit geval, waar er toch 2 zeer bekwame kandidaten worden voor- gedragen, zou het prettig zijn geweest eens kennis met hen te maken en in ieder geval ook iets meer over de achtergronden van no. 1 te weten. Spreekster weet wel, dat het antwoord van de wethouder zal zijn, dat het nooit zo gegaan is. Zij heeft echter gehoord, dat het wel degelijk'is voor- gekomen dat in commissies over benoemingen is gesproken. Wat de benoe- ming van onderwijzers aangaat is het natuurlijk wel logisch dat burge- meester en wethouders de voordracht opmaken, maar in dit belangrijke geval had spreekster toch wel graag eerder en een betere voorlichting ge- kregen. Mevr. Cohen wil zich graag aansluiten bij hetgeen mevr. Vriesendorp heeft gezegd. Ook haar is het opgevallen, dat het toch eigenlijk bijzonder onlogisch is, dat men in de onderwijscommissie uitgebreid wordt voorge- licht over een naadloze vloerbedekking en een wastafel e.d. en dat zo iets belangrijks als de benoeming van een schoolhoofd niet eens als agenda- punt aan de orde komt. Haar fractie zou graag van de wethouder de toe- zegging hebben, dat dergelijke benoemingen voortaan wel degelijk, zoals °°k mevr. Vriesendorp heeft gezegd, in de onderwijscommissie worden behandeld. Haar fractie meent niet zover te moeten gaan dat hierbij in- begrepen zou zijn, dat de commissie met de sollicitanten kennis maakt dat zal in een zeer moeilijk geval van twijfel misschien wel mogelijk moe- ten zijn maar toch niet als gewoonte. Haar fractie dringt er zeer op aan, dat bij een volgende benoeming van een schoolhoofd de onderwijs- commissie tijdig en zeer uitvoerig door de wethouder wordt voorgelicht. De heer Verhoeven zegt dat de heer Kooijmans en spreker misschien de enigen zijn die er destijds getuige van zijn geweest, dat de toenmalige wethouder van onderwijs, de heer Disselkoen, de toezegging deed die zo-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1963 | | pagina 12