82
30 mei 1963
dat, în zon geval dan, een verlangen vinden waar hij begrip voor zou
"n"en hebben en waar hij ook wel rekening mee wil houden. Hesume-
z°u dus afgesproken kunnen worden, dat belangrijke benoemingen
van onderwijzers en hoofdonderwijzers voortaan in de commissie van het
onderwijs als agendapunt worden opgevoerd en da.t, wanneer dergeliike
elangrijke punten aan de orde komen, de vergadering van de onderwiis-
nl8t V, VuÔV de raadsver&adering wordt gehouden maar eer-
der zodat er gelegenheid zal zijn om eventueel nog nadere inlichtinsen
in te winnen. Wanneer men daar behoefte aan heeft waarmee spreker
us nog niet zegt, dat hij het er mee eens zou zijn dat de sollicitanten in
de colnmissiever£adermg: worden uitgenodigd, omdat hij dan zou vrezen
ip7mPe J lndruk weI eens niet de goede zou kunnen zijn, aan-
nu eenmaal een onderwijsman in zijn werk moet kunnen be-
oordelen wil spreker aan dit verlangen van de raad met alle soorten
van genoegen tegemoet komen.
,fC.Tr' JriesendorP is bllJ met het antwoord van de wethouder. Het is
îmlërdaad waar dat er bij vorige benoemingen geen aanleiding is geweest
daarover te delibireren, omdat er toen slechts één uitgesproken goede
kandidaat was. In dit geval lag het echter iets anders, omdat de wethou-
der heeft gezëgä, dat de nos. 1 en 2 beiden goede krachten waren. De
licitatiebrieven geven spreekster echter aanleiding om op no. 2 te stem-
men. Omdat er nu dus twijfel bestond, was het beter geweest als deze zaak
eerder was besproken. De wethouder zegt, dat het heel moeilijk is om nog
verdere inlichtmgen te vragen, maar het ging tenslotte maar om 3 perso
nen. De wethouder heeft de kandidaten aan het werk gezien en dat is het
fn Tne7nhrl;,feSt7 ,N°'- 2 heeft in zijn sollicitatie enige inlichtingen gegeven
no. 1 heeft dat niet gedaan. Dat hoefde hij ook niet te doen maar
meer te w^ten te komen.' m°geliJk W&S g6WeeSt 0Ver' no' 1
7l.MnVr' ?°Te" is volkomen tevreden met het antwoord van de wethouder.
r!niTh+00,f - ,nU s aIs stelre8'el is aangenomen, dat een dergelijke voor-
fTmT aITljd als a^endaPunt der commissie zal worden behandeld en zulks
fan Ul ges n' dat de raad vcrder slaafs het advies van de
wethouder en de mspecteur zal moeten volgen.
Wethouder Corver antwoordt, dat mevr. Vriesendorp heeft beweerd dat
spreker gezegd zou hebben, dat het heel moeilijk was om verdere in'lich-
tingen over no. 1 in te winnen. Spreker heeft alleen gezegd, dat men op een
goed moment op bepaalde motieven een indruk heeft en dat natuurlijk, als
aaar tijd voor is, nadere mlichtingen gevraagd kunnen worden. Maar dat
kon nu niet meer en dat is de moeilijkheid. Verder zou spreker tot mevr
Cohen willen zeggen, dat hij zelfs in dit geval niet de indruk heeft dat de
raad slaafs het oordeel van de wethouder en de inspecteur heeft te volgen.
De Voorzitter gelooft, dat de heer Verhoeven zich ten aanzien van de
door de heer Disselkoen gedane toezegging vergist. Die toezegging is ge-
daan ten tijde dat spreker de portefeuille van onderwijs beheerde Bii de
benoemmg van het hoofd van de Dreefschool hebben de heren Dijkstra
en Mulder zich gepresenteerd.
De heer Verhoeven meent dat de raad toch eerder al eens hierover met
de heer Disselkoen slaags is geweest en dat de voorzitter, naar aanleiding
daarvan, dit gebruik heeft overgenomen.
De Voorzitter verzoekt de heren Brandsma en Enschedé met hem het
bureau van stemopneming te vormen.
Uit de gehouden stemming blijkt, dat tot hoofd van de Craijenester-
school îs benoemd de heer C. van Sabben, hoofd der openbare lagere Burg.