30 mei 1963
75
mede instemt. Het gaat er tenslotte om, de baldadigheid in een belangrijk
gedeelte van de gemeente tegen te gaan. Wanneer 's winters in het ge-
bouw de lichten ontstoken worden, zwermen de jongelui, als muggen om
een lamp, om het gebouw waarom het spreekster nodig lijkt dat daar
goede luiken worden aangebracht.
De Voorzitter wil niet vooruitlopen op hetgeen het college in deze zal
beslissen, maar hij zou willen aanraden de luiken te bekijken die er op het
ogenblik voorhangen.
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders wordt,
zonder hoofdelijke stemming, besloten, dit stuk in hun handen te stellen
om pre-advies.
k. toezending door gedeputeerde staten d.d. 3 mei 1963, no. 305 van een
ontwerp-regeling betreffende de bezoldiging der wethouders in de pro-
vincie Noord-Holiand. Gedeputeerde Staten verzoeken hierover het oor-
deel van de raad te mogen vernemen.
De Voorzitter zegt, dat burgemeester en wethouders de raad voorstel-
len, van zijn instemming met de door gedeputeerde staten voorgenomen
herziening der bezoldigingsregeling voor de wethouders te doen blijken.
Mr. Rutgers wil voorop stellen, dat hetgeen hij gaat zeggen helemaal
niet slaat op de persoon van de wethouders noch op de waardering die hij
voor hun werkzaamheden heeft, maar zuiver zakelijk over de vraag of op
dit ogenblik een verhoging van de wethouderssalarissen gewenst is. Spre-
ker weet, dat deze regeling voor de geheie provincie geldt en in Den Haag
min of meer centraal wordt uitgekiend. Dat is eigenlijk het punt waar-
tegen spreker bezwaar heeft. Hij vindt het ongewenst om een dergelijke
zaak alleen aan centrale normen te binden van inwoneraantal en daarbij
afstand te doen van de beoordeling van iedere plaatselijke situatie. De
plaatselijke situatie zoals die zich in Heemstede voordoet is, dat Heem-
stede, gezien het inwonertal, een vrij rustige gemeente is. Er zijn ten aan-
zien van de financiën en wat dies meer zij, veel moeilijker bestuurbare
gemeenten met eenzelfde aantal zielen, als Heemstede. In Heemstede zijn
sinds niet te lange tijd 4 wethouders in plaats van 3 wethouders, die het,
naar de algemene mening, zakelijk best wel af kunnen. Mede gezien het
feit dat vrij kort geleden ook al een verhoging is toegepast, bestaat er z.i.
op dit ogenblik weinig aanleiding de salarissen der wethouders te verho-
gen, al weet spreker dat er argumenten zijn die pleiten voor een zeer
behoorlijke honorering van deze hoge functionarissen. Zijn fractie zal niet
zeggen dat zij tegen het voorstel is, maar het gaat haar bepaald te ver om
het zo te formuleren als burgemeester en wethouders dit doen.
Ir. Kooijmans wil, evenals de heer Rutgers, bij hetgeen hij zal opmerken
over de vergoeding van de wethouders vooropstellen, dat dit volkomen los
staat van de waardering voor de huidige wethouders. Spreker zou ten aan-
zien van de salariëring van de wethouders willen spreken van een ver-
goeding. A1 degenen die in bestuursorganen zitting hebben en daarin ge-
plaatst zijn krachtens een politieke overtuiging, beschouwen deze bestuurs-
positie niet in de eerste plaats als een baan waarin zij trachten een zo
hoog mogelijke beloning te ontvangen. Integendeel, zij worden geleid door
idealen en dienstbaarheid jegens de gemeenschap waardoor eigenlijk deze
vergoeding niet mag afdalen tot een salariëring. Zodra men een vergelij-
king gaat maken tussen de vergoeding die een wethouder ontvangt met
hetgeen hij zou kunnen verdienen in de tijd besteed aan zijn wethouder-
schap, gaat men scheef, niet alleen omdat dit voor de verschillende wet-
houders positief of negatief kan uitvallen, maar ook omdat het beginsel
der vergoeding verlaten wordt.