103 2e Afd. 26 september 1963. opgehouden wethouder te zijn, wordt de uitkering verminderd met het bedrag, waarmede door de uit die arbeid of dat bedrijf verkregen inkom- sten, de totale inkomsten de inkomsten te boven gaan, die de gewezen wethouder, buiten zijn vergoeding als wethouder, genoot op de dag waarop hij heeft opgehouden wethouder te zijn. Artikel 5. De uitkering eindigt met de dag van overlijden van de gewezen wet- houder. In dat geval wordt aan de weduwe een bedrag uitgekeerd, gelijk- staande met de uitkering, welke de overledene iaatstelijk genoot, over een tijdvak van zes weken. Artikei 6. 1. De uitkering vervalt wanneer de gewezen wethouder de leeftijd van 65 jaren bereikt. 2. De uitkering vervalt mede, indien en zodra de belanghebbende weder- om als wethouder der gemeente optreedt. 2. Het eigen pensioen. Artikel 7. 1. Hij, die ophoudt wethouder der gemeente te zijn, heeft, tenzij hij zonder onderbreking weder als zodanig optreedt, met ingang van de dag, volgende op die van aftreding, recht op pensioen ten iaste van de gemeente, indien hij op het tijdstip waarop hij ophoudt wethouder te zijn de leeftijd van 65 jaren heeft bereikt. 2. Hij, die heeft opgehouden wethouder der gemeente te zijn vôör het bereiken van de leeftijd van 65 jaren, verkrijgt recht op pensioen bij het bereiken van die leeftijd, tenzij hij inmiddels wederom wethouder der gemeente is geworden. Artikel 8. Het pensioen bedraagt voor ieder dienstjaar als wethouder der gemeen- te 3,5 ten honderd van de laatstelijk als zodanig genoten wedde, met dien verstande, dat niet meer dan 20 dienstjaren in aanmerking worden genomen. Artikel 9. 1. Indien naast het pensioen als gewezen wethouder een ander eigen pensioen wordt genoten en het totaal dier pensioenen meer zou bedra- gen dan f 18.499,wordt eerstbedoeld pensioen beperkt tot een zo- danig gedeelte van dat bedrag, als evenredig is aan de verhouding, waarin dat pensioen staat tot het totaal dier pensioenen. 2. Onder een ander eigen pensioen wordt in dit artikel verstaan een eigen pensioen ten iaste van de Nederlandse Schatkist anders dan inge- volge wettelijke garanties of ingevolge overneming van de verplichting tot betaling ten laste van Suriname, van de Nederlandse Antillen, van een publiekrechtelijk lichaam in Nederland of in een der even- genoemde gebieden, dan wel ten laste van een door het openbaar gezag in Nederland of in een van die gebieden ingesteld fonds. 3. Indien het bedrag van het andere eigen pensioen dan wel het hoogste bedrag, waarop dat pensioen, berekend naar de maximaal in aanmer- king komende diensttijd, kan worden toegekend, meer bedraagt dan

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1963 | | pagina 28