200 9 oktober 1963. wellicht voorkomen inderdaad deze procedure op de door spreker aan- gegeven wijze zal worden gevolgd. Daarmede zal echter de wijze van aan- gesteden op zichzelf voor de heer Van der Linden nog niet aanvaard- baar zijn. De heer Van der Linden: „Feiten". Wethouder Mr. van Wijk antwoordt, dat de feiten uitwijzen, dat nu een gebouw kan worden gebouwd voor een prijs waarvan de deskundigen zeggen, dat een prijs tot stand is gekomen die alleen maar duurder zou uitvallen als men op een andere wijze zou aanbesteden. Maar hoe het zij, er zijn twee begrotingen gemaakt, de opstellers hebben met elkaar gespro- ken en zijn tot elkaar gekomen. Spreker gelooft dat men nu in deze eijfers vertrouwen kan hebben. Destijds is aan de architect verzocht een kosten- raming te geven welke in hoofdzaak verband hield met het aanvragen van de rijksgoedkeuring. Het staat wel vast dat in die raming een fout zat. Dat geeft de architect zelf toe. Men moet de zaak echter ook weer zuiver stellen, want het verschil is niet geheel het gevolg van een mis- raming. Er zijn n.l. ook heel wat posten bijgekomen. De burgemeester zal daar straks wel verder op ingaan.. De heer Scheer heeft gevraagd, of er wel voldoende samenwerking tus- sen de architect en openbare werken is geweest. Spreker heeft gisteren al in de commissie voor openbare werken gezegd, en hij zegt het nu openlijk, dat nooit iemand zal kunnen zeggen, dat met openbare werken geen samen- werking is te verkrijgen. Wanneer die samenwerking hier niet is geweest, dan is zij misschien niet onomwonden door de architect gevraagd. Spreker wil ook best een peccavi t.o.v. het college uitspreken. Het college moet natuurlijk als dirigent daar tussen zitten en zorgen dat dat contact tot stand komt. Er kan bij het college bijna geen stuk inkomen van technische of bouwkundige aard of het wordt eerst naar openbare werken om advies of rapport gezonden. Dat is de gewone gang van zaken. Dit is in het ver- leden met deze zaak niet zo gegaan omdat burgemeester en wethouders daar toen niet zoveel heil van verwachtten. Spreker gelooft dat in deze zaak toch ook de omstandigheid meespeelde, dat de kosten zô meevielen, dat iedereen ên het college ên de raad eigenlijk een beetje lichtvaardig is geworden. In deze raad zitten toch ook deskundigen die destijds bij het beoordelen van de plannen gedacht moeten hebben dat het te mooi was om waar te zijn. Dat is het eigenaardige vanavond, dat iedereen aan iedereen een verwijt kan maken en dat die verwijten dan allemaal nog juist zijn ook. Spreker kan de heer Scheer garanderen, dat het college, mede gewaar- schuwd door deze ondervinding, beter op de loop van deze zaken zal letten. Op zichzelf heeft een en ander geen nadelige gevolgen gehad. Het is alleen een onaangename verrassing. Een zeker optimisme, een illusie is ons uit de hand geslagen. Maar schadelijke gevolgen zijn hieruit, voor zover spre- ker het op het moment ziet, niet voortgevloeid en anders moet men spreker maar van het tegendeel overtuigen. Tenslotte is gevraagd waarom deze architect is gekozen. Dit is gedaan omdat het college zeer goede ervaringen met hem had. Spreker moet ronduit zeggen, dat burgemeester en wethouders hem nog een goed archi- tect achten en van mening zijn, dat hij dit werk aan kan. Als spreker het ontwerp ziet gelooft hij, dat het een mooi stuk werk zal worden. Maar ten aanzien van de kostenramingen zal hij zich misschien nog wat meer uit de oude tijd moeten losmaken en zich moeten realiseren, dat we in een in- flatoire tijd leven met alle andere factoren die er bij komen. De voorzitter is dankbaar dat ook is gezegd, dat het bittere noodzaak is dat er een nieuw politiebureau in Heemstede komt. Spreker wil eerlijk toe- geven dat niet alleen de raad maar ook burgemeester en wethouders ver- bijsterd waren toen zij hoorden, dat het oorspronkelijke krediet van f 800.000,met f 810.000,moest worden verhoogd. Burgemeester en

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1963 | | pagina 6