9 oktober 1963.
203
Voorts is er gesproken over de dienst van openbare werken. Spreker wil
toch even tegenover hetgeen de wethouder heeft gezegd stellen, dat de
vorige directeur van openbare werken al weg was toen de bouw van het
politiebureau de eerste keer in de raad werd behandeld.
In de derde plaats heeft spreker begrepen, dat de architect een eigen
uitgewerkte begroting tot zijn beschikking had toen hij met de aannemer
ging praten. Spreker vraagt zich dan echter af, of deze uitgewerkte be-
groting niet geheel andere cijfers te zien gaf dan de aanvankelijke be-
groting en of burgemeester en wethouders toen van de gewijzigde cijfers
direct op de hoogte zijn gesteld.
De heer Verkouw heeft er begrip voor, dat zowel de voorzitter als de
wethouder hun best doen om de architect zoveel mogelijk van schuld vrij
te pleiten. Daar is ook alles voor te zeggen, wanneer daarvoor deugdelijke
argumenten zijn, maar men moet wel oppassen dat men niet naar de
andere kant doorslaat. De voorzitter is aan de hand van de cijfers tot
een niet te verklaren bedrag van 200.000,— gekomen. Spreker gelooft
toch dat het reëel is bij deze 200.000,— de bedragen te rekenen die zijn
genoemd voor de fundering, voor het terrein en voor de technische instal-
latie waarvan de voorzitter zelf heeft toegegeven, dat deze kosten in
de eerste raming van de architect hadden moeten zijn begrepen. Er is nu
wel lachend een opmerking gemaakt dat ook de 78.000,voor het
hogere architectenhonorarium van het bedrag van 8 ton mocht worden
afgetrokken, maar spreker zou dit bedrag slechts voor een deel in minde-
ring willen brengen, want voor de helft vloeit deze meerdere uitgave
voort uit het feit, dat er grote fouten zijn gemaakt. Spreker komt dan
tot een niet te verklaren bedrag van 373.000,Hij kijkt niet op duizend
gulden, maar het lijkt hem toch wel hoger dan 2 ton. Er is een fout ge-
maakt ten aanzien van de fundering 22.000,terrein 60.000,tech-
nische installatie, een onderdeel waarvoor de architect wel opdracht had
51.000,Dat tellende bij de twee ton komt spreker tot 331.000,
en dan wil hij voorts het architectenhonorarium niet volledig aftrekken.
De voorzitter zegt, te hebben gezegd, dat de 280.000,prijsverhoging,
de 110.000,voor de installaties die de architect niet behoefde te be-
groten en de 12.500,voor ander glas, samen al 4 ton vormen, waarbij
komt het verschil in architectenhonorarium ad 78.000,
De heer Verkouw antwoordt, dat dit wel reëel is, maar dat dit dus voor
een deel een gevolg is van een foutieve raming. Spreker heeft de indruk
dat de voorzitter wat teveel heeft verminderd.
De voorzitter zegt, dat daarnaast gewezen is op het feit, dat de inhoud
verkeerd is berekend.
De heer Verkouw zegt, dat zijn fractie haar stem aan het voorstel zal
geven.
De heer Verhoeven heeft met belangstelling de uiteenzetting van de wet-
houder en de voorzitter beluisterd, temeer omdat in een vroegere seance
die cijfers niet zo duidelijk naar voren waren gekomen. Spreker moet
alleen zeggen, dat bij hem 30 van 8 ton nog altijd 240.000,en geen
280.000,— is.
Ir. Frets zegt, dat er voor elektrische ornamenten, in een sobere uitvoe-
ring, algemeen een prijs wordt aangehouden van 2,per m3. Hier wordt
3,geraamd. In sprekers ogen is het bedrag van 25.000,voor elek-
trische ornamenten niet zo overdreven. Een prijs van 24,per m3 voor
technische installatie ligt evenredig gesteld ten opzichte van Nieuwer
Amstel, dat een tweemaal zo groot bureau bouwt met 25,per m3,
voor Heemstede gunstig, want er zitten eenheden in die niet afhankelijk
zijn van de grootte van het gebouw.
Spreker wil nog even zeggen, dat architecten die in het ontwerpen van