31 oktober 1963
213
XIV. VERKOOP GROND AAN DE DINKELLAAN.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
117. Verkoop grond Dinkellaan.
De voorzitter deelt mede, dat de commissie voor het grondbedrijf zich
hiermede kan verenigen.
Mr. Rutgers wii nog eens herhalen dat hij het jammer vindt, dat voort-
durend voor alle huizen alleen maar Heemstedenaren in aanmerking
komen.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming vast-
gesteld.
XV. ONTEIGENING PERCEEL GROND GELEGEN BINNEN HET
UITBREIDINGSPLAN „PLAN GLIP II"
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
118. Onteigening perceel grond gelegen binnen het uitbreidingsplan
„Plan Glip II"
De voorzitter deelt mede, dat de commissie voor openbare werken zich
hiermede kan verenigen.
De heer Verhoeven vraagt of het college kan mededelen welke prijs is
geboden aan van der Laar en welke prijs is geboden aan diens buurman,
die ook grond aan de gemeente heeft verkocht.
De heer Willemse vraagt of aanneming van dit voorstel geen invloed
heeft op de bouw van de woningwetwoningen waarmede dit jaar zal wor-
den aangevangen.
Wethouder Mr. van Wijk antwoordt op de vraag van de heer Verhoeven,
dat aan van der Laar f 5,per m2 of f 15.000, in totaal is geboden. Er is
inderdaad voor andere grond, echter in een heel andere situatie, wel meer
geboden en ook wel meer betaald, maar dan betrof het meerdere bedrijfs-
schade, b.v. wanneer bloembollengrond werd gekocht die op zichzelf ook
al duur is. Gezien de wijze waarop dit stukje grond werd gebruikt en de
betekenis die het voor de eigenaar heeft, leek het gedane bod het college
zelfs een tikkeltje aan de hoge kant. Er is een tijd geweest, dat gedepu-
teerde staten eigenlijk geen goedkeuring afgaven voor een prijs van: f 2,50
f 3,50 per m2. Goed, dat bedrag is nu anders geworden, maar burge-
meester en wethouders zijn van oordeel, dat zij een zeer behoorlijk bod
hebben gedaan en dat deze zaak rustig aan de rechter kan worden voor-
gelegd om uit te maken of zij juist geboden hebben of niet.
De heer Verho«ven vraagt welke de prijs van de grond is geweest die
daar laatstelijk is gekocht.
Wethouider mr. van Wijk antwoordt, dat in die prijs de aankoop van een
huis en schuur begrepen was. Als men de prijs alleen omslaat over het
grondoppervlak, dan is dat natuurlijk een onjuiste berekening. Met de
opstallen kwam men toen op /15,— per m2. Maar dat was dus een heel
ander geval.
De heer Verhoeven zegt, dat de eigenaar van de te onteigenen grond een
klein mannetje is. Hij was vroeger een hete bakker en is nu een koude
bakker geworden, wiens enige bezit deze grond is. Het merkwaardige is,
dat aan een buurman, wiens huis ook nodig was net zo'n oud huis als
van deze man; spreker gelooft dat die huizen 250 jaar oud zijn meer is