295 20 december 1963.
de gemeente nog verder uit te breiden. De gemeente Heemstede verkeert
gelukkig in een zeer gunstige financiële positie. Het is natuurlijk niet
mogelijk dat de ene gemeente de andere helpt, maar we mogen deze
omstandigheid van Beverwijk toch wel in aanmerking nemen en zeggen:
wij kunnen het heel goed doen en wij willen het ook graag doen.
Spreker zou er verder nog op willen wijzen, voor zover men dat niet
mocht weten, dat er voor de cursus 1963/1964 1900 inschrijvingen waren
en niet minder dan 110 lesgroepen zijn gevormd. Daaronder zijn 54 buiten-
landers waarvoor niemand opkomt, maar waarvoor toch ook betaald moet
worden. Volgens de begroting 1963/64 geeft Haarlem een subsidie van niet
minder dan 60.600, de subsidies van de buitengemeenten bedragen
10.800. Spreke- heeft er vorig jaar al op gewezen en hij zou dat nu
nog eens willen uoen, dat de salarissen van degenen die 's avonds les geven
beneden het normale salaris liggen. Zij zijn nu vastgesteld op 6 per uur.
De salarissen voo- het vormingswerk en huishoudelijke voorlichting bedra-
gen 7,50 per uur en voor de avonduren 10 per uur. In de begroting
1964 is rekening gehouden met een uurloon van 7 maar straks zullen
natuurlijk de loonsverhogingen ook weer hun invloed doen gelden op de
begroting voor 1964. Spreker zou er een warm pleidooi voor willen houden
om het subsidie van 30 op 36 per cursist te brengen. Een daartoe strek-
kend voorstel heeft spreker voor zich liggen.
Verder wil spreker nog een enkel woord zeggen over het subsidie aan
het Koningin Wilhelminafonds. Dat is een zgn. erkenningsbijdrage. Heem-
stede heeft de weg gekozen om deze bijdrage te koppelen aan het inwo-
nertal, maar talloze andere gemeenten hebben sinds 1952 een vast bedrag
gegeven. Heemstede geeft sinds 1952 een bijdrage van 1 cent per inwoner.
Als men de waarde van de cent in 1952 vergelijkt met de waarde daarvan
in 1963, dan gelooft spreker zeer bescheiden te zijn met zijn voorstel om
deze erkenningsbijdrage aan de omstandigheden van nu aan te passen en
te verhogen tot 1% cent per inwoner.
Mr. Rutgers zegt, dat de heer Verkouw heeft gepleit om aan Jong Haar-
lem de subsidie te geven die het gevraagd heeft. Spreker kan dat volledig
onderschrijven. Het werk van deze stichting is bijzonder nuttig omdat
het gedaan wordt voor jonge mensen en ook voor jonge mensen uit Heem-
stede. Spreker gelooft dat allen het daar wel eens over kunnen zijn.
Burgemeester en wethouders zeggen in hun antwoord, dat, als nu maar
iedere gemeente die er belang bij heeft, meedeed, een verhoogd subsidie
niet nodig zou zijn. Spreker gelooft dat zij het dan toch te ver af zoeken.
De stichting heeft aan alle gemeenten die daar maar enigszins voor in
aanmerking komen, een subsidie van 36 gevraagd. Zij kan niet helpen,
dat er bepaalde gemeenten zijn die geen subsidie geven en dat zij daar-
door in moeilijkheden is gekomen. Gemeenten als Hillegom, Noordwijker-
hout e.d. die geen subsidie geven, liggen ten opzichte van Haarlem niet zo
gunstig als de direct aangrenzende gemeenten. Dat zijn dus allemaal an-
dere gevallen. Spreker gelooft dat Heemstede toch zeker deze instelling
moet steunen met hetgeen zij nodig heeft en de subsidie op moet trekken
tot 36 per Heemsteedse cursist.
Spreker heeft het voorstel tot verhoging van het subsidie aan het
Koningin Wilhelminafonds niet ondertekend. Dat heeft hij niet gedaan
omdat hij niet bijzonder onder de indruk is van het werk en het doel van
het fonds, maar omdat het hier een principiële zaak betreft. De heer
Verkouw zal dit wel begrijpen. Een erkenningsbijdrage is nu eenmaai
geen subsidie. Uitgemaakt moet worden of een vereniging of instelling
een zodanig rechtstreeks Heemsteeds belang behartigt, dat zij moet wor-
den gesubsidieerd of dat de instelling een aigemeen belang behartigt en
dan in aanmerking komt voor een erkenningsbijdrage, om uit te laten
komen dat men voor het verrichte werk veel voelt. Het is niet zo, dat