20 december 1963.
298
het voorstel tot verhoging van het subsidie wil overnemen. Dat zou zoveel
prettiger zijn, want daarmede zou voorkomen worden dat er hoofdeiijk
gestemd moet worden. Maar misschien wil de vergadering zelf graag
stemmen. Met betrekking tot de subsidiëring door de buitengemeenten wil
spreker er nog op wijzen, dat Lisse 3 en Noordwijkerhout 2 cursisten
heeft. Noordwijkerhout geeft f 25,maar als die 2 gemeenten f 6,per
cursist meer zouden geven, zou Jong Haarlem daar niet mee gebaat zijn.
Wat de subsidie aan het K.W.P. betreft, zou spreker het graag met de
heren Rutgers en Kooijmans eens willen zijn, dat dit een taak van de
landsregering is, maar als er in 's lands vergaderzalen over gesproken
wordt, trekt men ook daar aan het kortste eind omdat er voor de kanker-
bestrijding miljoenen nodig zijn. Het is eigenlijk ontzettend droevig dat
men voor dit werk bij de burgerij, bij bedrijven, bij gemeenten en provin-
ciën, als onderdelen van de gemeenschap, moet aankloppen en tenslotte
bij het rijk, om het benodigde geld bij elkaar te harken. Nu hebben de
gemeenten op een goede dag gezegd, dat zij als onderdeel van de staat,
van de gemeenschap, willen bijdragen. In 1952 was dat één cent per
inwoner en nu gaat het niet om een grotere erkenningsbijdrage maar
doodgewoon, zoals de heer Scheer heeft gezegd, om de ontwaarding van
het geld op te vangen. De cent van nu is niet meer de cent van 1952. Wat
wij dus vragen is alleen, een bijdrage te geven die enigszins is aangepast
aan deze tijd.
Mr. Rutgers zal met plezier het voorstel van de heer Verkouw om Jong
Haarlem een verhoogde subsidie te geven, steunen. De heer Verkouw
heeft al gezegd, dat de kleine gemeenten zeer ver weg liggen. Spreker
ziet voor die gemeenten dan ook geen reden hun bijdragen te verhogen.
Spreker begrijpt niet dat de heer Kooijmans bezwaar heeft tegen een ver-
hoging van deze subsidie omdat de stichting het zgn niet nodig zou heb-
ben. Spreker denkt juist dat zij het hard nodig heeft.
Wat de verhoging van het subsidie voor het K.W.F. betreft, verwijst
spreker naar de subsidienota, die indertijd met veel zorg is opgesteld. De
principes daarvan gaat men nu, door het laten spreken van zijn goede hart,
omverwerpen. Dat is sprekers bezwaar. Als men dan ziet, dat boven aan
de lijst een erkenningsbijdrage voor Meer en Bos staat van f 25 en dat
het K.W.F. zoveel honderd gulden krijgt, dan gaat men door het subsidie
van het K.W.F. te verhogen, de hele boel scheef trekken.
Ir. Frets is toch wel een beetje geschrokken van de aanval van de heer
Enschedé op het roken in deze zaal. Spreker wil er op wijzen, dat wie de
50 jaar heeft gehaald zonder die gevreesde ziekte te krijgen, gered is.
Aangezien de meeste raadsleden al boven de 50 jaar zijn, zou spreker de
voorzitter toch willen voorstellen het roken in de raadsvergadering niet
tegen te gaan.
De voorzitter is het een geruststelling dat hij de 50 reeds is gepasseerd.
Wethouder Corver zegt, dat het college het voorstel van de heer Ver-
kouw e.a. om de subsidie voor Jong Haarlem te verhogen niet overneemt.
Spreker zou willen onderschrijven hetgeen de heer Rutgers heeft gezegd
over de erkenningsbijdrage van het K.W.F. Spreker gelooft, dat, als men
één subsidie uit de grote lijst verhoogt, men dan eigenlijk verplicht is het
komende jaar alle subsidies weer gevoelsmatig te gaan beoordelen. De
raad moet een objectief en goed afgewogen subsidiebeleid voeren. Als
degenen die meer vragen het krijgen en degenen die het niet vragen het
niet krijgen, dan begaat men onbillijkheden. Spreker is er op tegen om
aldus te handelen.
De voorzitter brengt vervolgens het navolgende voorstel van mevr.
Cohen, mevr. Gaasterland en de heren Verkouw, Brandsma, Scheer, van
der Linden, van der Hulst, Minderop en Willemse in stemming: