20 december 1963. 306 4 personen 4 gevallen g-emiddeld 8,34 minder per jaar 5 personen 2 gevallen gemiddeld f 12,27 minder per jaar 6 personen 1 geval gemiddeld 1,85 minder per jaar 7 en meer 4 gevallen gemiddeld f 10,32 minder per jaar. We zien dan dat een gezin van 4 5 personen, hetgeen toch als een gemiddeld gezin gezien wordt, door elkaar 10,30 mïnder gaat betalen tegenover één geval van 0,75 meer. De grotere gezinnen komen ook aan hun trek, n.l. 6 gemiddeld meer 2,37 tegen 5 minder 8,62 per jaar. Hierbij mag ook zeker niet uit het oog worden verloren, dat bij deze groepering het verbruik nog steeds toeneemt, zodat, gezien het percen- tage van de verbruikstoename, de weinigen die volgens de gegeven opstel- ling iets meer zouden gaan betalen, waarschijnlijk reeds in 1964, door gestegen verbruik, een, uiteraard klein, voordeel behalen. Dit geldt in het bijzonder voor gezinnen met opgroeiende kinderen, die graag of noodzake- Iijk een eigen kamer voor de kinderen hebben, waardoor in die gezinnen het gebruik steeds groter wordt. Spreker draagt de middenstand een warm hart toe en hij heeft veel begrip voor de vaak niet eenvoudige situaties waarin de middenstand verkeert. Maar uitgaande van het standpunt dat in beginsel één ieder moet betalen wat hij koopt en gebruikt, geldt dit zeker voor de zakenman die het gebruikte, i.c. de energie, weer kan verdisconteren in zijn prijzen. De tarieven van de winkeliers liggen in vergelijking met die welke door het P.E.N. en Haarlem aan die groep worden berekend niet ongunstig. Deze afnemers zijn nu eenmaal onvoordelige gebruikers omdat in de regel hun grootste afname ligt in de spitstijd. Ons tarief hield daarmede geen rekening, en het thans voorgestelde tarief evenmin. Het tijdschrift „Pinan- cieel Overheidsbeheer" van 10 oktober 1962 geeft een artikel over tariefs- veranderingen voor elektriciteit van winkels in Den haag. Ook daar blijken grote moeilijkheden en bezwaren te bestaan, ontstaan door het gebruik van energie voor andere dan verlichtingsdoeleinden, vooral in de piekuren, waarvan onevenredige belasting van het net een gevolg is. Men kende zelfs een toeslagregeling voor motoren en bijzondere toestellen. Er is jaren aan gedokterd zonder dat men de juiste oplossing heeft kunnen vin- den, en deze zal wel nooit worden gevonden door de steeds nieuwe toepas- singen van de energie. Men kent daar nu het oppervlakte tarief. Of daar nu alles mee bereikt is betwijfelt spreker sterk, want men heeft daar- naast toch weer een toeslag ingevoerd, indien naast energie voor licht, °°k energie voor apparaten e.d. wordt gebruikt. Controle hierop is prak- tisch uitgesioten. En nu is wel gesteld, dat de verlaging van 1963 voor deze groep weinig soelaas bood, maar men zal toch moeten inzien, dat nooit tot zodanige tarieven kan worden gekomen dat werkelijk van een tastbare verlichting kan worden gesproken, want dan komt men terecht op prijzen beneden de inkoop. Wanneer men het met spreker eens kan zijn, dat bij een juiste bedrijfs- voering verlagingen tot zulke bedragen niet mogelijk zijn, zal men ook moeten toegeven, dat deze groep zich niet bezwaard kan gevoelen met tarieven zoals het college thans voorstelt en die de volgende uitkomsten geven zoals uit 36 voorbeelden uit een winkelrijke omgeving is gebleken. Van dië 36 gevaiTen zouden er 6 iets meer gaan betalen en wel: winkel -f- gezin van 1 persoon 1 geval meer 1,44 per jaar 2 personen 1 geval meer 2,00 per jaar 3 personen 4 gevallen meer 5,58 per jaar De 30 overige gevallen gaan minder betalen als volgt: winkel gezin van 1 persoon 6 gevallen minder 36,67 per jaar

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1963 | | pagina 23