285
20 december 1963.
festatie was. Het karakteriseert de wijze waarop de pers, die ten dienste
moet staan van de gemeenschap, meent haar taak te moeten vervullen
Dit moest spreker even van het hart.
De heer Verkouw zegt, dat hij zijn verzoek niet in het openbaar heeft
gedaan maar schriftelijk bij de voorzitter heeft ingediend omdat hij niet
m diens leiding wilde ingrijpen. Spreker meende, dat het op dat tijdstip
het moment was om de vergadering te beëindigen. Spreker heeft daarbij
opgemerkt, dat er nog alle tijd was om de heer Verhoeven, die vandaag
niet aanwezig zou zijn, de gelegenheid te geven om te spreken en dat de
andere fractievoorzitters zeker bereid zouden zijn zich vandaag bij de
algemene beschouwingen te beperken. Spreker heeft er ook op gewezen,
dat de pers deze week wei een zeer bijzonder zware taak heeft gehad
doordat niet minder dan 6 raadsvergaderingen, waarin begrotingen wer-
den behandeld, moesten worden verslagen. Spreker gelooft zelfs dat, als
hij dat om 11 uur in het publiek had gezegd, van verschillende kanten
instemming zou zijn betuigd.
De voorzitter meent, dat, wanneer de raad in meerderheid er voor is
om niet met vergaderen door te gaan, dit de voorzitter wel duidelijk wordt
gemaakt. De vergadering was om kwart over 12 afgelopen, hetgeen spre-
ker geen nachtwerk kan noemen. Als de heer Verhoeven op dat moment
n°g zou hebben gedupliceerd is het logisch dat de andere fractievoorzitters
daarop willen inhaken. Het zou het debat en de gehele algemene beschou-
wingen zeker niet ten goede zijn gekomen, wanneer alleen de heer Ver-
hoeven nog het woord zou hebben gevoerd. Spreker kan begrijpen, dat de
heer Verkouw een lans voor de pers breekt omdat zij een moeilijke week
achter de rug heeft. Spreker wil daar niets aan afdoen maar hij blijft het
een misselijke manifestatie vinden om de zaal ostentatief te verlaten.
De heer Brandsma had geen enkel bezwaar tegen voortzetting van de
beraadslagingen maar hij heeft toch wel begrepen, dat het voor bepaalde
ieden wel hinderlijk was om zo laat nog te vergaderen. Spreker heeft zich
afgevraagd of het niet veel beter zou zijn het aanvangsuur van dergelijke
avondvergaderingen te vervroegen. Als b.v. om 7 uur was begonnen en de
voorzitter zou de moed hebben kunnen opbrengen om spreker wil niet
zeggen een tijdrantsoenering in te voeren maar toch zich een schema in
t® denken en dit met de 4 fractievoorzitters te bespreken, van de tijd die
zij van hun kant en het college van zijn kant aan de algemene beschou-
wmgen zouden willen besteden, dat er dan toch wel een zodanige timing
gemaakt zou kunnen worden, dat van 7-11 uur kan worden vergaderd en
dat men toch op een verantwoorde wijze zijn taak kan verrichten. Spreker
zou de voorzitter in overweging willen geven daar de volgende keer eens
over te denken.
De voorzitter moet toegeven dat het hem achteraf spijt, dat dit niet is
gebeurd. Verleden jaar is een timing gemaakt en die timing was goed.
Elk jaar is echter weer verschillend. Het lijkt spreker beter om de begro-
ting zodanig te blijven behandelen, dat de eerste dag de algemene
beschouwingen worden beëindigd en dat dan zo tijdig wordt begonnen dat
het geen nachtwerk wordt. Maar het is nu ook geen nachtwerk gewor-
den, want spreker heeft om kwart over 12 de vergadering gesloten.
Mevr. Cohen zou graag de raad willen bedanken voor de prachtige plant
die zij tijdens haar ziekte heeft gekregen. Vooral de datum waarop die
plant kwam, 5 december, heeft haar bijzonder getroffen. Zij is zeer blij
weer te midden van de raad te zijn.
De voorzitter zegt, dat allen blij zijn dat mevr. Cohen weer in de raad
aanwezig is.