20 december 1963.
314
De heer Zegwaart heeft gehoord, dat meerdere sollicitanten zich weer
hebben teruggetrokken.
De heer Brandsma vindt de argumentatie van de wethouder niet juist,
want hij wil eerst de dienst op poten zetten en dan eens kijken of er een
auto nodig is. Dat is de zaak omkeren. Het omgekeerde zou veei logischer
zijn.
Wethouder Mr. van Wijk: „Als men eerst een wagen aanschaft kan
blijken, dat deze ten onrechte is aangeschaft."
Punt 22.
De heer Verkouw zegt, dat hij in zijn algemene beschouwing de secre-
taris veel lof heeft toegezwaaid voor diens werk met betrekking tot het
grondbedrijf. Spreker zal daar ook geen woord van terugnemen, maar hij
heeft toch wel uit het antwoord van het college gemerkt, want hij zal er
zeker een rol in gespeeld hebben, dat de secretaris niet over deze drempel
is te krijgen. In de commissie voor het grondbedrijf is deze kennis al
verschillende malen ter sprake gebracht. Het is ook een vrij ingewikkel-
de materie of het wel of niet moet gebeuren. Spreker wil nu heel een-
voudig de vraag stellen of de raad het oordeel van de controleur van de
gemeente-financiën mag vernemen. Spreker zou zijn eigen mening daar-
aan graag eens willen verifiëren. Als het door hem beoogde voor de ge-
meente Heemstede niet opgaat, dan is hij graag bereid daarvoor te buigen.
Er is nu een paar jaar over deze zaak gepraat en we zijn er niet uitge-
komen, want ieder houdt aan zijn standpunt vast.
Ir. Frets is het met het gestelde in het antwoord van burgemeester en
wethouders niet eens. Een bedrijf is een instelling dat plussen en minnen
kent. Als een particulier bedrijf plussen heeft, zal het uitkeringen doen,
maar het doel van een gemeentebedrijf is niet om plussen uit te keren.
Daarvoor is plus gelijk aan min. Spreker vindt het daarom niet juist, dat
burgemeester en wethouders de plussen uit het grondbedrijf willen halen
en de minnen straks misschien ten laste van het gemeentebudget zullen
komen. Dat vindt spreker geen goed bedrijfsbeheer. Hij kan zich voor-
stellen, dat burgemeester en wethouders, ter bereiking van lage prijzen
voor woningwetwoningen, tot subsidiëren daaraan komen, maar dit moet
dan incidenteel gezien worden en niet komen vanuit het algemeen beleid
van het grondbedrijf.
Verder heeft spreker vernomen, dat de heer Van Wingerde, die het
grondbedrijf uitstekend heeft beheerd en daarvoor dus alle hulde verdient,
ons gaat verlaten. Indertijd was een van de klemmendste argumenten voor
zijn benoeming tot rentmeester van het grondbedrijf wel, dat de heer
Van Wingerde behalve een zakelijk inzicht, kijk had op de gemeente en
goed op de hoogte was van de plaatselijke omstandigheden. Spreker is
toch wel zeer benieuwd wat er nu gaat gebeuren nu we een nieuwe secre-
taris krijgen die van de gehele gemeente totaal niets afweet. Hij vraagt
zich af of de nieuwe secretaris de aangewezen man is om rentmeester van
het grondbedrijf te worden; of er niet een van de ambtenaren is met even-
veel plaatselijke kennis als de heer Van Wingerde en of die niet eerder in
aanmerking komt voor deze plaats dan de nieuwe secretaris.
Wethouder Bekker gelooft dat de heren Verkouw en Frets langs elkaar
heen praten. Wat de besteding van de winst betreft, is spreker het wel met
de heer Frets eens. Spreker zou behandeling van deze kwestie willen uit-
stellen tot de nieuwe rentmeester is benoemd, met wie spreker deze zaak
gaarne wil bespreken.
Spreker wil zich graag aansluiten bij de woorden van lof tot de heer
Van Wingerde gesproken. Dat de nieuwe secretaris niet de aangewezen