317
20 december 1963.
opdracht heeft gekregen om plannen te ontwerpen voor het verbeteren
van de kleedaccommodatie van de tennisbanen. Spreekster gelooft dat een
lid van het bestuur van de sportparken zeer binnenkort hierover wel meer
zal horen en dat hij dan ook in het stichtingsbestuur wel zal meespreken
hoe dit zal moeten gebeuren. Bij de uitbreiding van de kleedgelegenheid
zal men wel automatisch vervallen in een verbetering van de consumptie-
gelegenheid omdat deze te midden van de beide kleedgelegenheden staat.
Openbare werken en de directeur van de sportparken zijn bezig te bekij-
ken hoe de uitbreiding van het aantal tennisbanen op de meest efficiënte
wijze tot stand kan worden gebracht. Het gaat er natuurlijk niet alleen
om waar de banen het mooist zouden liggen en of dat huisje al of niet
schilderachtig is, maar het gaat er om op welke wijze deze uitbreiding zo
efficiënt mogelijk tot stand kan komen. Uitbreiding van het aantal banen
zal de exploitatieuitkomsten van het tennispark gunstig beïnvioeden. Het
stiehtingsbestuur moet hierover nog adviseren.
Mevr. Mr. Gaasterland: „Begrijp ik het dus goed, dat u de uitbreiding
van de tennisbanen wel coördineert met dat huis?"
Wethouder mevr. van der Meulen antwoordt, dat zij dat niet heeft
gezegd. Het advies daarover moet nog gevormd worden. Het zou dus heel
erg voorbarig zijn als spreekster hierover ai een mening naar voren zou
brengen.
De heer Brandsma wenst nog iets te horen over de sportaccommodatie
in Heemstede. Spreekster zou hem daarvoor willen verwijzen naar het
rapport dat bij de raadsstukken ter inzage heeft gelegen, bevattende de
hoeveelheid sport- en recreatieterreinen die Heemstede eigenlijk zou moe-
ten hebben en die er nu is. Heemstede komt er wat dat betreft niet ongun-
stig af. Dat wil niet zeggen dat men daarmede voldaan moet zijn. Het is
eigenlijk zo, dat de ene gemeente, en dan vooral de stadsgemeente, er
meer op aangewezen is om in de behoefte aan accommodatie voor de
binnensporten te voorzien en dat de omliggende gemeenten meer zullen
moeten doen voor de buitensporten. Men is hier nog mee bezig. Hiervoor
is een goed advies nodig. In een bespreking tussen Haarlem en omlig-
gende gemeenten is besloten hiervoor het advies te vragen van de Ver.
van Nederl. Gemeenten, waarin zal moeten worden becijferd welke en
hoeveel sportgelegenheden er in de gehele agglomeratie moeten zijn,
welke het meest wenselijk zouden zijn en waar die zouden kunnen komen.
Dan zal natuurlijk aan de verschillende colleges van burgemeester en
wethouders en aan de raden van de onderscheidene gemeenten moeten wor-
den geadviseerd wat er eventueel nog in die gemeenten zal moeten komen.
Spreekster zou dat advies willen afwachten en niet zo maar in het wilde
weg iets gaan beginnen. Wij hebben nog enige mogelijkheden voor uit-
breiding van het aantal sportterreinen, zoals ook uit het antwoord van
burgemeester en wethouders blijkt. Wanneer mocht blijken, dat Heem-
stede voor een bepaalde sport de aangewezen gemeente is, zal het bestuur
van de stichting Heemst. Sportparken zich hierover moeten beraden en
burgemeester en wethouders en eventueel de raad daarover adviseren.
Hetgeen de heer Brandsma over de watersport heeft gezegd, kan spreek-
ster zich zo goed indenken want zij heeft zelf een paar jaar in Friesland
gewoond en haar man is een fries en altijd een enthousiast zeiler geweest.
Maar spreekster zou toch willen zeggen, dat h.i. Heemstede niet de plaats
is die in eerste instantie voor het watertoerisme in aanmerking komt.
Wij hebben hier geen grote wateren en geen groot meer. Men moet eigen-
lijk de zeilsport op de nabijgelegen meren beoefenen. Spreekster gelooft
dat de taak van Heemstede meer ligt in het aan de passanten gelegen-
heid geven hier aan te leggen bij het trekken van het ene grote water
naar het andere. Zij meent dat Heemstede geen groot centrum voor
de watersport kan zijn.