20 december 1963.
318
De heer Brandsma heeft verder gezegd, dat hij de bootjes die in de regel
in de jachthaven liggen, niet allemaal mooi vindt. Ook bij de watersport
vindt men mensen die een grote prachtige boot kunnen kopen en men
heeft andere, even enthousiaste beoefenaren van de watersport die slechts
een klein onaanzienlijk bootje kunnen bekostigen. Het totaalbeeld in een
jachthaven is daardoor vrij rommelig. Spreekster ziet niet in welke verbe-
tering daarin kan worden gebracht. De jachthaven biedt maar aan een
beperkt aantal boten ligplaats. Spreekster meent dat het wel goed zou
zijn als de Stichting Heemst. Sportparken zich er op beraadt, of men b.v.
niet een termijn zou moeten vaststellen voor de tijd dat een boot hier mag
liggen, zodat min of meer voorkomen wordt, dat men het hele seizoen met
een boot in de jachthaven blijft liggen.
De sanitaire voorzieningen in de jachthaven zullen ook h.i. verbeterd
moeten worden.
De heer Scheer doet het idee aan de hand om één van de kleedruimten
bij de restauratieruimte te trekken. Dan kan het huisje zelf blijven staan.
Ir. Frets merkt op, dat dit natuurlijk allemaal anders wordt als we over
het meer op de vuilnisbelt kunnen beschikken. t
De heer Brandsma kan de wethouder voor het grootste deel wel volgen
maar is het toch niet helemaal met haar eens wanneer ze stelt, dat
er hier geen grote wateren in de buurt zijn. Spreker zou wel willen dat
er hier een meer was, maar dat is er nu eenmaal niet. Ook hij gelooft
niet, dat Heemstede een watersportcentrum moet worden, maar toch wel
een punt waar passanten moeten kunnen aanleggen. Ook zal de gemeente
aan de ingezetenen of aan hen die in de omgeving van Heemstede wonen,
een goede ligplaats voor hun vaartuigen moeten bieden. Spreker meent
maar dat zijn misschien weer een paar fantasieën van hem dat het
stichtingsbestuur eens contact zou kunnen opnemen met de watersport-
verenigingen in deze gemeente indien ze althans bestaan om geza-
menlijk te trachten een van die denkbeelden die bij spreker opwellen eens
uit te werken en te zien of er ten deze ook een goede exploitatie van de
jachthaven is op te zetten, want dat is natuurlijk ook een belangrijk punt.
Spreker ziet er echt wel iets meer in dan mevr. de wethouder. Maar spre-
ker is in zoverre toch wel tevreden gesteld, dat ook hij van mening is, dat
deze zaken in het stichtingsbestuur moeten worden bekeken. Misschien
mag spreker daar ook nog een woordje over meepraten en dan zal die
zaak wel aan het rollen komen.
Ir. Enschedé sluit zich aan bij hetgeen de heer Brandsma over ligplaat-
sen voor de Heemsteedse eigenaren van bot.en heeft gezegd.
De voorzitter had verwacht, dat de heer Enschedé al eerder in de bres
zou zijn gesprongen, in verband met de door hem toegezegde Plassen-
verordening. Burgemeester en wethouders hebben die nog nooit gekregen.
Punt 25.
MevrMr. Gaasterland is het opgevallen, dat het hier intern gaat om
het feit, dat de exploitatie van het complex tennisbanen een tekort op-
levert. Voor deze banen zijn altijd heel veel gegadigden. Er is zelfs een
wachtlijst. We vinden allemaal dat kinderen moeten leren zwemmen om-
dat dit een kwestié van volkshygiëne is en een noodzaak omdat Nederland
een waterland is. Het beoefenen van de tennissport en ook van de paar-
densport is echter een aangelegenheid die door de beoefenaren toch
behoorlijk betaald kan worden. Daarom bevreemdt het spreekster, dat
er een tekort is op de exploitatie van de tennisbanen. Temeer verwondert
haar dat exploitatietekort als zij nagaat hoeveel van deze banen gebruik
wordt gemaakt. Als spreekster ziet voor welk luttel bedrag de consumptie-
gelegenheid wordt verpacht, is het haar niet duidelijk waarom deze pacht-