321 20 december 1963. systeem van pre-fabrikatie wordt gevolg-d waardoor het mogelijk zou zijn in de winterperiode bepaalde voorbereidende werkzaamheden te verrichten. Spreker heeft nu tot zijn spijt de indruk gekregen, dat daar eigenlijk niets van terecht is gekomen en dat men nu maar eenvoudig wacht tot het de vorstperiode belieft te vertrekken. Het lijkt er echter op, dat we een herhaling krijgen van het vorige jaar, hetgeen betekent, dat men misschien in maart weer eens met dat werk kan beginnen. Dan kan een leek begrijpen, dat de voorzitter de raad op 15 juli 1964 niet zal voorgaan met van de bovenste duikplank te springen. Spreker zou de wethouder willen vragen of het niet verstandig is om nu contact op te nemen met de aannemer en met hem te overleggen de vorst heeft hij niet in de hand en spreker begrijpt dat er op dit ogen- blik weinig aan te doen is of niet door een bepaalde verbeterde inzet van mankracht en materiaal, straks bij het weer opnemen van het werk een zodanig werktempo kan worden bereikt, dat het werk toch nog op een enigermate fatsoenlijk tijdstip gereed zal zijn. Spreker zou er zeer op willen aandringen, dat dit contact met de aannemer wordt opgenomen, want spreker meent, dat de aannemer toch wel enige verplichtingen heeft. Spreker neemt aan, dat de opleveringsdatum in het bestek is geregeld en dat daar ook een sanctie op is gesteld. Hij zou de wethouder met dat wapen in de hand tegenover de aannemer willen plaatsen en de aannemer duidelijk willen maken, dat, als hij niet zorgt, dat het werk op tijd klaar is, inderdaad uitvoering zal worden gegeven aan de sancties die in het bestek ten aanzien van de opleveringsdatum zijn gesteld. De heer van der Hulst wil zich bij de gemaakte opmerkingen van de heren Frets en Brandsma volledig aansiuiten. Hij zou toch nog wei willen benadrukken of het niet mogelijk is op dit tijdstip door te werken door voorzieningen te treffen waardoor de temperatuur in de omgeving waar beton moet worden gestort, redelijk wordt gemaakt. Frets vindt het verloop van dit werk droevig omdat hij enige maan- den geleden aan de wethouder de laatste uitgave over voorzieningen in de bouw ten behoeve van het voorkomen van de nadelen van de vorst, ter hand heeft gesteld. Spreker is van mening, dat het aanvragen van vergoeding voor vorstverlet thans nög tot de mogelijkheden behoort. De praktische uitvoering trekt spreker thans echter in twijfel, want de vorst zit nu eenmaal in de grond en die kan men er niet meer uit krijgen. De boetes voor de aannemer voor het niet-nakomen van besteksbepalingen, neemt een aannemer in zijn begroting op. Hij zal zich dus van het opleg- gen van een boete weinig aantrekken. De voorzitter vindt het verloop van het werk helemaal niet zo droevig. Het zou wel droevig zijn als er weer eenzelfde winter komt als die we in het afgelopen jaar hebben gehad. Dat zou n.l. tot gevolg hebben, dat de openstelling van het zwembad juist de door de heer Frets genoemde 30 dagen later zou plaats vinden, waardoor men voor het komende seizoen weinig meer aan het zwembad heeft. Het is ook voor de aannemer van het grootste belang te zorgen, dat de oplevering zo tijdig mogelijk plaats vindt. De heer Frets heeft bepaalde technische mogelijkheden genoemd zoals het storten van verwarmd beton hetgeen gedaan kan worden tot een temperatuur van 5°. Dat kan allemaal waar zijn, spreker kan daar niet over oordelen, maar dan is het in het belang van de aannemer om dit te doen. Uiteraard mag hij geen enkele risico bij de bouw nemen, want het is heel wat anders of men fundamenten van een gebouw met verwarmd beton stort of dat men daarmede de bodem van een bassin stort. Spreker kan alleen zeggen, dat, wanneer er een winter komt zoals we die pas

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1963 | | pagina 38