20 december 1963.
286
I. VOORTZETTING BEHANDELING GEMEENTEBEGROTING EN
BEDRIJFSBEGROTINGEN VOOR HET DIENSTJAAR 1964 MET
BIJBEHORENDE BEGROTINGSWIJZIGINGEN EN
SUBSIDIEVOORSTED.
Hierbij behoren de nota van burgemeester en wethouders, opgenomen
in de gedrukte stukken onder volgno.
134. Begrotingen 1964
en het algemeen verslag van het in de afdelingen van de raad verhan-
delde met de memorie van antwoord daarop van burgemeester en wet-
houders, de adviezen van de raadscommissiën, en het subsidievoorstel.
Punt 1.
De heer Scheer vraagt of er, en op welke wijze, rekening is gehouden
met het feit, dat per 1 januari 1964 en in 1974 leningen in hun geheel
moeten worden afgelost. Het zal t.z.t. een geweldig kapitaal kosten om die
aflossingen te fourneren. Houdt dit verband met de te vormen reserve
Wethouder Corver antwoordt, dat het bedrag geraamd voor aflossingen
van geldleningen uiteraard niet alle jaren precies hetzelfde is. In elke
begroting wordt rekening gehouden met de aflossingen die in het jaar
waarvoor zij geldt, moeten worden gedaan.
De heer Scheer wijst op de lening van 410.000 die in 1964 geheel moet
worden afgeiost. Spreker vindt een betaling van een dergelijk bedrag in
één begrotingsjaar veel.
Wethouder Corver: ,,Daar wordt rekening mee gehouden."
Het lijkt de heer Verkouw dat de kwestie hiermede niet is opgelost. Het
betreft hier de zgn/fiotic leningen, dat zijn leningen op korte termijn. In/-
de aflossing daarvan moet voorzien worden door opnieuw te lenen. Daar
staan de reserves dus volkomen los van.
Punt 4.
De heer Brandsma zegt, dat zijn fractie uit het antwoord van het col-
lege wel begrepen heeft dat burgemeester en wethouders inzake de kapi-
taalswerken wel diligent zijn, maar zij is nogal teleurgesteld vanwege
het feit, dat er aan het project „verbetering Leidsevaartweg" naar de
mening van het college voorshands geen uitvoering kan worden gegeven.
Er zijn bepaalde moeilijkheden schrijft het college o.a. inzake de voor de
wegverbreding benodigde grond die nog in eigendom moet worden ver-
kregen. Spreker zou willen vragen van welke omvang en van welke aard
deze moeilijkheden eigenlijk zijn en of er reeds stappen worden onder-
nomen c.q. reeds zijn gedaan, om die gronden in eigendom te verkrijgen.
Voorts is de vraag gesteld of de door de regering aangekondigde beper-
king bij de investeringen ook consequenties inhoudt voor de gemeentelijke
uitgaven. Het college heeft geantwoord daarvan nog weinig te weten.
Dat begrijpt spreker wel maar hij zou toch willen vragen of het college de
raad zou willen inlichten als straks daaromtrent iets concreets bekend
is. Hij vindt dit toch wel belangrijk voor het beleid in de toekomst.
Ir. Kooijmans heeft het verwonderd, dat nu over verbetering van de
Leidsevaartweg wordt gesproken. Als de Herenweg t.z.t. is verbreed en de
plannen voor de noord-zuid verbinding doorgaan, zullen de aan de Leidse-
vaartweg te verrichten werken geen zin hebben, omdat hij dan zijn bete-
kenis voor het doorgaande verkeer verloren zal hebben. Op het ogenblik is
deze weg vrij druk omdat men het langzame rijden op de Herenweg tracht
te ontgaan. Beter lijkt het spreker het snelverkeer op de Leidsevaartweg
