325 20 december 1963. was echter niet het geval. Sedert spreker tot deze plaats is gedevalueerd, heeft hij bemerkt, dat het voor de heren die te voren op zijn plaats heb- ben gezeten een temptatie moet zijn geweest om de raadsvergaderingen mee te maken. Hij gelooft niet dat er iets aan zijn gehoor mankeert, maar het is een ontzettende moeilijkheid om van zijn plaats af te kunnen verstaan hetgeen gesproken wordt. Zojuist was de heer Prets aan het woord en toen doken alle raadsleden aan deze zijde van de tafel naar voren om te proberen de barriêre, die door de hier zittenden wordt gevormd, te doorbreken. Maar als iedereen naar voren buigt helpt het spreker niet meer om dat ook te doen. Als men niet kan verstaan wat er gezegd wordt is het hele debat waardeloos want al mist men maar 2 of 3 woorden daaruit, die misschien juist van het grootste belang zijn, dan kan men de hele lijn van het betoog niet meer volgen. Spreker is van oordeel, dat de accoustiek in deze zaal z6 slecht is, dat men pas goed weet wat menzelf gezegd heeft, als men de raadsnotulen naleest. Hij hoopt dus, dat het onderzoek dat burgemeester en wethouders hebben toegezegd en wat eigenlijk al gaande is, zoals spreker uit hun antwoord moet opmaken, in- derdaad met grote spoed wordt voortgezet opdat er zo spoedig mogelijk een oplossing komt. Mevr. Vriesendorp zegt, dat er twee mogelijkheden zijn. De sprekers kunnen gaan staan zodat zij voor ieder zichtbaar zijn, want doordat de spreker zichtbaar is verstaat men het gesprokene beter, of de lange tafel moet enigszins in een punt worden gezet, waardoor de leden elkaar ook zullen kunnen zien. Ir. Frets wil de opvattingen van zijn fractiegenoot bestrijden. Hij zou het toch wel betreuren als de ieden allemaal een microfoon voor de mond en een koptelefoon over de oren kregen. Dat geeft z.i. een zenuwachtig idee. De vraag is, of deze zaal zodanig accoustisch kan worden verbeterd, dat de bespreekbaarheid zonder behulp van instrumenten is te bereiken. Spreker zou daarvoor willen verwijzen naar het Technisch Natuurkundig Onderzoek, dat zeer veel adviezen omtrent deze materie uitbrengt en dat bij sprekers dienst ook altijd en met zeer veel succes wordt ingeschakeld. De voorzitter antwoordt, dat zoals uit het antwoord van burgemeester en wethouders kan worden afgeleid, het onderzoek over deze materie nog niet is afgesloten. De wens is geuit een geluidsinstallatie te doen aan- brengen. Daar zijn uiteraard bezwaren aan verbonden. Burgemeester en wethouders hebben een deskundige uitgenodigd, die de situatie in deze zaal heeft opgenomen. Diens rapport wordt binnenkort verwacht. Eerst daarna zal eventueel gevolg kunnen worden gegeven aan de suggestie van de heer Scheer om een commissie van drie personen in te schakelen. Spreker gelooft niet dat dit nodig zal zijn. Het is ook niet de bedoeling dat de leden een koptelefoon op krijgen. Wel krijgt men een zeker zwabberend geval, dat kan worden verplaatst, waardoor meerdere leden daarvan ge- bruik kunnen maken. De heer Scheer: „U hebt me verkeerd begrepen. Ik heb gedoeld op het wegnemen van de installatie als de zaal voor huwelijken moet worden gebruikt." De voorzitter zegt, dat het feit dat enkele leden moeiiijk zijn te ver- staan eensdeels aan de accoustiek van de zaal ligt maar anderdeeis ook aan de raadsleden zelf doordat ze te zacht spreken zoals b.v. de heer Verhoeven. Dan vraagt spreker ook om iets harder te spreken. Deze zaak is dus in onderzoek en de raad kan een voorstel verwachten. Er zijn des- kundigen ingeschakeld en er bestaat thans geen behoefte aan inschake- ling van het T.N.O.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1963 | | pagina 42