327
20 december 1963.
Punt 33
De heer Scheer zegt, dat in de tweede alinea van het antwoord van
burgemeester en wethouders wordt gezegd, dat de verlegging van de
routes van de buslrjnen 1 en 3 zoveel moeilijkheden met zich mede zou
brengen. Verder zeggen burgemeester en wethouders, dat uit een inder-
tijd gehouden enquête duidelijk is gebleken, dat de belangen van de mid-
denstand met een omlegging van de buslijnen zouden worden geschaad.
Spreker wist niet dat er in dat opzicht zovele moeilijkheden waren. Hij
vraagt zich af hoeveel moeilijkheden dat zijn en welke dat zijn.
De voorzitter antwoordt, dat burgemeester en wethouders indertijd
onder de winkeliers op de Binnenweg en Bronsteeweg een enquête hebben
doen houden met betrekking tot de vraag of zij al of niet bezwaar tegen
omlegging van de buslijnen hadden.
De heer Scheer merkt op, dat burgemeester en wethouders dat reeds in
hun antwoord hebben geschreven. Daar gaat het dus niet over. Burgemees-
ter en wethouders schrijven ook, dat er daarnaast nog zoveel moeilijkheden
zouden zijn.
De voorzitter antwoordt, dat dit directe moeilijkheden zijn doordat de
mensen dan op de Heemsteedse Dreef moeten uitstappen om zich naar de
Binnenweg te kunnen begeven.
De heer Scheer wijst op de mensen die in de componistenbuurt, in de
schildersbuurt en dergelijke wonen. Wat moeten die dan geen stukken
lopen om op de Binnenweg te komen!
De voorzitter wijst er op, dat de Binnenweg nu eenmaal het winkelcen-
trum vormt. Spreker heeft zelf geen auto hij kan het dus rustig zeggen
maar een autobezitter gaat, als hij b.v. een pakje sigaretten nodig heeft,
per auto en niet wandelend naar de winkel. Uit gezondheidsoogpunt is dat
volkomen fout, maar het is nu eenmaal een feit.
De heer Scheer: „Toegegeven, maar dat is nog geen antwoord op mijn
vraag."
De Voorzitter zegt, dat het antwoord van burgemeester en wethouders
oorspronkelijk anders luidde. Het antwoord is later aangevuld met de ver-
wijzing naar die enquête en daardoor is het antwoord enigszins gewrongen.
De heer Scheer: ,,Dat er zoveel moeilijkheden zouden zijn, moet u dus
schrappen."
De voorzitter: „Dat mag."
De heer Scheer zegt, dat overblijft de kwestie van de enquête. Spreker
kan zich voorstellen, dat de winkeliers bezwaren maken tegen omlegging
van de buslijnen. Zoals spreker in de loop van de vergadering al heeft laten
blijken, is hij echt geporteerd voor de middenstand en voor haar belangen
zal hij altijd opkomen, maar als het om het afwegen van belangen gaat,
dan meent spreker, dat het niet juist is de belangen van de middenstand in
dit opzicht te laten prevaleren boven de belangen van hen die met levens-
gevaar de B'innenweg tussen Julianalaan en de IJzeren brug moeten be-
rijden. Dit deel van de Binnenweg is door de vele geparkeerd staande auto's
toch wel erg nauw geworden. Er zal iets op gevonden moeten worden. Bo-
vendien vindt spreker, dat het leiden van de bussen over de Heemsteedse
Dreef daarenboven het voordeel heeft, dat oostelijk Heemstede beter door
de bus bediend kan worden dan tot nu toe het geval is.
De heer van der Linden: „Dat laatste motief is zeker hoofdzaak?"
De heer Scheer: ,,Dat is een bijkomstig voordeel."