339
20 december 1963.
hedenmorgen heeft bereden, nl. de vorstverletregeling, hier een goede kans
zal krrjgen. Als men meerjarige plannen heeft, kan men de zgn. ruw-
bouw in de zomer maken en de afbouw in de winter, zodat dan een rede-
Iijke verruiming van de prestaties kan worden bereikt. Tenslotte is dan
de gebruikmaking van de beschikbare werkkrachten in verhoogde mate
effieient. Uiteindelijk zal de gemeente daar wel bij varen.
De heer van der Hulst zegt, dat burgemeester en wethouders op vraag
49, handelende over het in de toekomst bouwen van woningwetwoningen
met centrale verwarming, antwoorden, dat zij daar altijd naar gestreefd
hebben en dat zij daarbij ook de kwestie van verwarming met aardgas
overwegen. Spreker vindt dit antwoord niet helemaal bevredigend. Hij had
van het college een duidelijker standpunt verwacht nl. dat op de eerste
plaats werd gesteld, dat er zo mogelijk tot het bouwen van woningwetwo-
ningen met centrale verwarming zou worden overgegaan. Voorts stellen
burgemeester en wethouders, dat de kosten van de aan te brengen voor-
zieningen voor aardgasverwarming en dat slaat naar spreker mag ver-
onderstellen op het in de huizen aanleggen van aansluitlngen voor ver-
warming met gashaarden moeten worden gefourneerd uit de post
extra-voorzieningen, waardoor weer andere nuttige voorzieningen in de
huizen zouden moeten wijken. Het is echter zo, dat, wanneer centrale ver-
warming in de woningwetwoningen wordt toegepast, dit helemaal niet
ten koste gaat van de andere extra-voorzieningen. De kosten daarvan kun-
nen worden bestreden uit een hogere huurprijs, waartegenover staat een
vermindering van de stookkosten. Spreker heeft daarom gevraagd naar
de mogelijkheden voor Heemstede een nader onderzoek in te stellen. Hij
heeft in zijn vraag als voorbeeld Eindhoven genoemd, waar de kosten van
een in een complex woningwetwoningen aangebrachte centrale verwarming
op 3,75 per week werden becijferd en de stookkosten op f 3,per week.
Spreker is er van overtuigd, dat misschien met andere voorbeelden die
prijzen anders komen te liggen. Dat ligt in Heemstede mischien veel on-
gunstiger, maar die cijfers mist spreker nu juist in het antwoord van bur-
gemeester en wethouders. A1 was het maar een gedachtengang geweest
welke kant het voor Heemstede misschien uitgaat, dan zou spreker al te-
vreden zijn gesteld.
De heer Willemse wil overgaan tot het bespreken van punt 55 omdat dit
nauw verweven is met de materie die nu in behandeling is. Spreker heeft
dus gevraagd, of burgemeester en wethouders globaal zouden kunnen aan-
geven, hoeveel grond nog beschikbaar is voor de bouw van premie- en
woningwetwoningen en hoeveel van deze woningen in Heemstede nog ge-
bouwd kunnen worden. Spreker vreest dat op een gegeven moment, en dat
moment is misschien niet zo heel ver meer verwijderd, voor de goedkopere
en woningwetwoningen niet voldoende bouwgrond in de gemeente meer
beschikbaar zal zijn. Uit het overzicht op pagina 3 van de nota blijkt wel,
dat de aanvragen voor de goedkope woningen en de woningwetwoningen
toch altijd nog een veelvoud bedragen van die voor woningen in een hogere
huurklasse. Er zijn veel verloofde paren die hopen dat zij over een paar
jaar aan de beurt zullen zijn voor het huren van een woning. Maar het
moment kan komen, dat die hoop niet meer kan worden vervuld. Uit de
enquete die men nu wil gaan houden zal dat misschien iets beter uit de
verf komen. In dat verband vraagt spreker of, wanneer dat tijdstip een-
maal daar is, op een of andere wijze bekend zal worden gemaakt, dat de
jongelui eigenlijk niet meer de hoop mogen koesteren dat zij in Heem-
stede een woning zullen kunnen krijgen. Dit probleem raakt ook de sa-
menwerking met omliggende gemeenten omdat daar misschien voor dit
soort woningen wel plaats zou zijn. Spreker vraagt hiervoor, in het kader
van het geheel, de aandacht van burgemeester en wethouders.