20 december 1963. 342 den aangepakt en dat men die niet per jaar kan blijven doen, omdat alles dan te brokkelig wordt. Spreker heeft de heer Brandsma horen zeggen, dat gedeputeerde staten niet zullen mogen bepalen, dat het contingent per agglomeratie zal wor- den verdeeld, als dit niet naar de zin van de agglomeratie is. Spreker meent te weten, dat gedeputeerde staten dit al zo bepaald hebben en daarbij niet naar de zin van de agglomeratie hebben gevraagd. Deze be- slissing is misschien nog niet officieel, maar spreker neemt aan, dat zij aldus afkomt. Het gemeentebestuur zal dus weer met andere gemeente- besturen om de tafel moeten gaan zitten om het bouwvolume te verdeien en dan ziet spreker het niet anders dan dat ieder gemeentebestuur wijst op zijn historische rechten, dat niemand weet of een gemeentebestuur een te grote of te kleine toewijzing krijgt omdat er een verdeelsleutel ont- breekt en dat de verdeling wel weer op de oude basis van de jaatste jaren zal worden voortgezet, omdat de gemeenten met elkaar er ook niet uit kunnen komen en met elkaar ook geen andere sleutel kunnen vinden. Alle sprekers kunnen er van overtuigd zijn, dat het college wat deze zaken be- treft, bereid is op lange termijn te denken. Burgemeester en wethouders hebben al maatregelen genomen, in overleg met de stedebouwkundige, om de bouw op langere termijn, die dus niet meer in één bepaald uitbreidings- plan zal kunnen plaats vinden, mogelijk te maken. Burgemeester en wet- houders menen, dat de woningwetbouw wel ongeveer zal worden voortge- zet in het tempo en tot de quanta zoals deze de laatste jaren hebben ge- golden. Iets definitiefs kan spreker hierover niet zeggen. De heer Brands- ma zit, wat dat betreft, nog wat dichter bij het vuur en spreker heeft uit zijn betoog ook wel kunnen beluisteren, dat hij insider in deze zaak is. Spreker heeft met interesse de mededelingen van de heer Brandsma ver- nomen en gelooft ook wel, dat deze straks voor een groot deel in circulai- res en besluiten terecht zullen komen. Mevr. Vriesendorp wil de te houden enqueté breed en diep opzetten. Spreker kan dat wel begrijpen, maar hij heeft al opgemerkt, dat deze materie niet alleen een kwestie van vragen stellen aan het publiek is maar ook een stuk beieid van het gemeentebestuur. De heer Kooijmans was het met mevr. Vriesendorp ten dele eens en ook hij meent, dat hierbij een socioloog zal moeten optreden. Men kan daar van mening over verschillen. Dat misschien hulp van een socioloog of een gespecialiseerd bureau nodig is, valt niet te ontkennen en dat moet het college zeker overwegen, vooral nu een zodanige aandrang vanuit de raad is gekomen. De heer Prets heeft gesproken over de planning op lange termijn. Spre- ker îs het daarmede eens. Hij gelooft inderdaad, dat onze uitbreidings- plannen daarbij aangepast zullen moeten worden. Spreker kan niet zeg- gen, dat, toen hij de portefeuille van openbare werken overnam, daarin een grote voorraad plannen aanwezig was. Dat is niet de schuld van zijn voorganger maar ligt aan moeilijkheden met betrekking tot het streek- plan ondervonden en het uitblijven van goedkeuringen van gedeputeerde staten. We zullen inderdaad heel hard moeten lopen om deze zaak te kun- nen blijven vöörlopen, zodat we niet op een gegeven ogenblik voor het feit komen te staan dat we niet zouden kunnen bouwen terwijl we wel zouden mogen bouwen. De heer van der Hulst heeft gevraagd naar het aanbrengen van centrale verwarming in woningwetwoningen. Spreker meent, dat burgemeester en wethouders in dat opzicht bij het maken van de bestaande plannen heb- ben gedaan wat zij konden doen. Met betrekking tot de verwarming door middel van aardgas hebben burgemeester en wethouders ai te kennen gegeven, dat de kosten van de daarvoor aan te brengen voorzieningen moeten worden gefourneerd uit de post extra-voorzieningen, waardoor weer andere nuttige voorzieningen niet getroffen kunnen worden. Als spreker het goed ziet voelt het college daar niet veel voor. Op het moment

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1963 | | pagina 59