20 december 1963. 344 wel bestemd zijn. Dat is een vraag waar men heel lang over kan debatte- ren. Spreker heeft wel eens van bepaalde lieden gehoord, dat woningwet- woningen moeten worden gebouwd voor hen die eigenlijk geen behoorlijke woning kunnen betalen, dus eigenlijk de zwak sociale groep. Voor die groep zou de woningwet in het leven zijn geroepen en voor haar zou men eigenlijk als gemeenschap uit een soort sociaal gevoel, voor een dragelijke huisvesting moeten zorgen. Spreker wil wel zeggen, dat dit niet de opvat- ting van zijn partij is. Zijn partij meent, dat in het kader van de woning- wet of dat nu formeel juridisch allemaal wel klopt of niet, is helemaal niet zo interessant althans in de praktijk die in de na-oorlogse jaren is gegroeid, de landelijke en gemeentelijke overheid de taak hebben, de mas- sa van het volk aan een behoorlijke woning te helpen tegen een dragelijke huur. Zo zou spreker eigenlijk willen omschrijven, wat zijn partij onder de volkswoningbouw, steunende op de woningwet, verstaat. Omgezet in een concreet cijfer, dus huurwaarde of werkelijk te betalen huur, mag men dan denken aan de bevolkingscategorieën die zo maximaal 100,per maand aan huur op tafel kunnen leggen. Spreker vindt dat bij de huidige loonstandaard wel het maximum, ook in onze gemeente. AIs spreker dat bedrag dan als maatstaf mag gebruiken en dat toepast op de gegevens die uit de stukken blijken, moet hij inderdaad constateren, dat dus voor 85 van de aanvragers van woningen, volkswoningen in de brede zin van het woord moeten worden gebouwd. In de jaren 1961 en 1962 waarvan de gegevens aanwezig zijn voor wat de huurwaarde van de gebouwde wonin- gen betreft, is slechts de helft van de gebouwde woningen in de particuliere sector tot stand gekomen ten gerieve van die 85 van de aanvragen en de andere 50 ten gerieve van de overblijvende 15 van de aanvragen. Wat de toekomst betreft heeft spreker wel zoveel vertrouwen in de wet- houder, dat deze inderdaad alles in het werk zal willen stellen om ten aan- zien van de toekomstige woningbouw te doen wat maar mogelijk is. Spre- ker heeft met het door hem gesprokene niet bedoeld om kritiek op de wet- houder of het college uit te oefenen, hij heeft alleen maar getracht een zeer voorlopig beeld te vormen van de situatie waarin we verkeren en van hetgeen naar zijn mening in de naaste toekomst zal moeten gebeuren. Wij hebben bij het toewijzingsbeleid te maken met agglomeraties en met groepen van samenwerkende gemeenten. De minister laat de verde- ling van het bouwvolume aan gedeputeerde staten over maar daarbij maakt hij een duidelijk onderscheid tussen agglomeraties en groepen van samenwerkende gemeenten. Ten aanzien van de laatste groep zegt de mi- nister nadrukkelijk, dat vrijwillige samenwerking tot stand moet komen. Bij de agglomeratie ligt het iets anders. Nu kan men alleen nog redetwis- ten over de vraag, wat onder een agglomeratie moet worden verstaan en wat onder een groep van samenwerkende gemeenten. Haarlem verkeert op het gebied van de woningvoorziening in veel moeilijker omstandigheden dan Heemstede. Spreker meent, dat Haarlem ver boven het landelijk ni- veau uitsteekt voor wat het percentage achterstand in de woningvoor- ziening betreft. Hij kan zich dus indenken, dat het college, met name de wethouder, enige huiver heeft om met Haarlem te gaan touwtrekken om zijn kwantum van het gemeenschappelijke contingent te krijgen. Maar spreker zou er toch op willen wijzen, dat ook deze zaak weer twee kanten heeft. Er is gisterenavond door de heer Verhoeven gesproken over de zgn. arbeidsbesparende bouw. Spreker wil hier vaststellen, dat dit geen uitvin- ding is van minister Bogaers. Het was minister Aartsen die de regeling inzake de arbeidsbesparende bouw heeft geïntroduceerd. Daarbij goid de regel, dat, wanneer een bouwproject in uitvoering kon worden genomen waarbij 30 arbeidskracht zou worden bespaard, een toeslag op het con- tingent kon worden gegeven van 25 met andere woorden, dat, wanneer men met een aannemer, die een dergelijk type woningen bouwt, een con- tract aanging voor de bouw van b.v. 1000 woningen, waarvoor vaststond

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1963 | | pagina 61